In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
We behandelen een tekst én theorievragen.
Pak bladzijde 166-167 voor je.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is geen regel bij het vormen van het onderwerp?
A
het mag geen zin zijn
B
het bestaat uit maximaal vijf woorden
C
het mag niet letterlijk de titel zijn
D
je begint met 'over'
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
the iceman Wim Hof
B
ijsbaden
C
gezondheid
D
cryosauna
Slide 3 - Quizvraag
Dus niet
1. Wat is het onderwerp van de tekst?
1. Over ijsbaden
Wel:
1. ijsbaden
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de bron van de tekst op pagina 166-167?
Slide 5 - Open vraag
Wat is de soort bron van de tekst?
Slide 6 - Open vraag
Welke leesstrategie gebruik je om de tussenkopjes te bepalen?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
zoekend lezen
D
precies lezen
Slide 7 - Quizvraag
Bij welke alinea begint welk deel?
deel 1: Steeds populairder
deel 2: Gezonder?
deel 3: Behandeling met kou
deel 4: Val je af van kou?
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Slide 8 - Sleepvraag
Onderstaande signaalwoorden horen allemaal bij een tegenstellend verband. Maar, echter, hoewel
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
De onderstaande woorden horen allemaal bij een toelichtend verband zoals, bovendien, bijvoorbeeld
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort niet bij een chronologisch verband?
A
ten eerste
B
vervolgens
C
toen
D
1984
Slide 11 - Quizvraag
In alinea 2 staat dat steeds meer 'gewone mensen' heil zien in een ijsbad. Wat betekent dat?
Slide 12 - Open vraag
In alinea 5 staat dat Peter Pickkers en Matthijs Kox niet zo ver willen gaan. In vergelijking met wie gaan ze niet zo ver?
Slide 13 - Open vraag
Waarom noemt de auteur in alinea 6 een cryosauna een 'omgekeerde' sauna?
Slide 14 - Open vraag
Welk tekstverband herken je voornamelijk in alinea 7?
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 15 - Quizvraag
Welke signaalwoorden geven het chronologisch verband aan?
Slide 16 - Woordweb
In alinea 6 staan enkele voordelen van koudetherapie. Welke daarvan speelt volgens Nicollé Vaasen (al. 7) vooral een rol bij de populariteit van cryosauna's?
Slide 17 - Open vraag
Welke soort tekst heeft geen slotalinea?
A
krantenartikel
B
artikel in een tijdschrift
C
internetartikel
Slide 18 - Quizvraag
Alinea 9 is...
A
Geen goede slotalinea, want het is nieuwe informatie.
B
Een goede slotalinea, want er staat een samenvatting
C
een goede slotalinea,
want er staat een conclusie
D
een goede slotalinea, want er staat een toekomstverwachting
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het doel van de afbeelding bij de tekst?
A
verfraaien
B
aandacht trekken
C
tekst verduidelijken
D
tekst aanvullen
Slide 20 - Quizvraag
Wat weet je nog over de hoofdgedachte? Waar? Hoe? Vorm?
Slide 21 - Woordweb
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Het is nog niet bewezen dat kou werkelijk goed is voor ons immuunsysteem, ziektes of gewichtsverlies, maar dat de wetenschap er iets in ziet, is duidelijk.’
B
Wie weet is het een kwestie van tijd voordat je net zo makkelijk een ijskoud bad neemt als een warme douche.
C
Ijs zorgt ervoor dat je spieren sneller herstellen.
D
Naast sporters zien ook steeds meer 'gewone mensen' heil in het ijsbad.