4V Beco MarktVer H4.1

Opgave 3.1
Operational Excellence: Lidl, Royal Bank of Scotland, Ikea

Product Leadership: Intel, Nike, BMW

Customer Intimacy: AH, American Express, Kapsalon
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opgave 3.1
Operational Excellence: Lidl, Royal Bank of Scotland, Ikea

Product Leadership: Intel, Nike, BMW

Customer Intimacy: AH, American Express, Kapsalon

Slide 1 - Tekstslide

3.5 Welke doelgroep zal het meest in de spits reizen?
A
forensen
B
toeristen
C
studenten
D
60-plussers

Slide 2 - Quizvraag

3.5 Welke doelgroep zal het meest ingaan op korting tijdens de daluren tussen 10:00 en 15:00
A
forensen
B
toeristen
C
studenten
D
60-plussers

Slide 3 - Quizvraag

Past een reclame met Max Verstappen bij Operational Excellence?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Product
Veelomvattend: Materieel en Immaterieel
- Kwaliteit
- Uiterlijk
- Technische eigenschappen
- Merk
- Verpakking
- Garantie
- Service

Slide 5 - Tekstslide

Product
Merken
A-merk <------------------> B-merk
Fabrikantenmerk <--------------> Huismerk           
Paraplumerk <----------------> Losse merknamen

Slide 6 - Tekstslide

Je bent manager van een supermarkt. Als je een bekend A-merk in jouw assortiment opneemt, is de inkoopprijs € 1,60 en de mogelijke verkoopprijs € 1,80. Het huismerk kun je inkopen voor € 0,60 en verkopen voor € 1,20.
Waar ga je voor?
A
A-merk
B
Huismerk

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht
A-merk:- klanten komen op jouw winkel af, omdat ze dit product willen V
- je hoeft zelf geen reclame voor dit product te maken V
- winstmarge is klein N
Huismerk:
- winstmarge is hoog V
- je moet zelf reclame maken N
- als je het A-merk niet verkoopt, gaan klanten naar een andere supermarkt N
( en kopen daar dan gelijk hun andere boodschappen )

Slide 8 - Tekstslide

Prijs
Prijs afhankelijk van:
- kosten
- vraag
- concurrentie

Slide 9 - Tekstslide

Prijs
Strategieen:
- Penetratiepolitiek: Prijs ( in het begin ) laag houden, zodat gelijk een groot deel van de markt wordt veroverd.
- Afroompolitiek: Prijs in het begin hoog houden. De echte liefhebbers kopen het product dan al. Daarna de prijs stap voor stap verlagen, zodat steeds meer klanten geinteresseerd raken. Dus niet gelijk een prijs van € 400,-, maar eerst € 800,-, daarna € 600,- en daarna pas € 400,-. De totale opbrengst is groter. Voorwaarde voor afroompolitiek is weinig concurrentie

Slide 10 - Tekstslide

Artikel
Lezen artikel prijsdifferentiatie uit Studiewijzer

Slide 11 - Tekstslide

Prijs
Prijsdifferentiatie: Verschillende prijzen vragen voor een product. 
Bijv. hoogseizoen <-> laagseizoen
reizen ma 8:00/vr 17:00 <-> wo 13:00

Prijsdiscriminatie: Verschillende prijzen vragen voor hetzelfde product op hetzelfde moment. Bijv. korting 65+ pas

Slide 12 - Tekstslide

Een onderneming verhoogt de prijs van € 5,- naar € 5,10. De afzet gaat hierdoor naar beneden van 1.000.000 naar 970.000 stuks. Bereken of de omzet zal stijgen of dalen.

Slide 13 - Open vraag

Opdracht
Oude omzet was 5 x 1.000.000 = € 5.000.000,-
Nieuwe omzet is 5,10 x 970.000 = € 4.947.000,-

Prijsstijging was ( 5,10 - 5 ) / 5 x 100 = 2%
Vraagdaling was ( 970.000 - 1.000.000 ) / 1.000.000 x 100 = -3%

Slide 14 - Tekstslide

Prijselasticiteit
Meten hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een prijsverandering:

Procentuele verandering gevraagde hoeveelheid
Epv = ----------------------------------------------------------------
Procentuele verandering van de prijs

Slide 15 - Tekstslide

Welke formule gaan we dus heel vaak nodig hebben?
A
( Nieuw - Oud ) / Oud x 100
B
( Nieuw - Oud ) / Nieuw x 100
C
( Oud - Nieuw ) / Oud x 100
D
( Oud - Nieuw ) / Nieuw x 100

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht
Oude omzet was 5 x 1.000.000 = € 5.000.000,-
Nieuwe omzet is 5,10 x 970.000 = € 4.947.000,-

Prijsstijging was ( 5,10 - 5 ) / 5 x 100 = 2%
Vraagdaling was ( 970.000 - 1.000.000 ) / 1.000.000 x 100 = -3%

Prijselasticiteit = -3 / 2 = - 1,5

Slide 17 - Tekstslide

Prijselasticiteit
De uitkomst van de prijselasticiteit geeft weer met hoeveel % de afzet zal dalen als de prijs met 1%  stijgt

Als de Epv < -1 ( bijv. -1,5 ) is dit een sterke reactie ----> elastisch

Als -1<Epv<0 ( bijv. -0,5 ) is dit een zwakke reactie --> inelastisch

Slide 18 - Tekstslide

Sterke reactie op een prijsverandering, elastisch, prijsgevoelig:

Prijsgevoeliger als:
- het een niet noodzakelijk goed is
- er meer substituten zijn
- als er meer kennis over de markt is, bijv. vergelijkingssites

Slide 19 - Tekstslide

De omzet zal stijgen als ...
A
De procentuele stijging van p groter is dan de procentuele daling van q
B
De procentuele stijging van p kleiner is dan de procentuele daling van q
C
De procentuele daling van p groter is dan de procentuele stijging van q
D
De procentuele daling van p kleiner is dan de procentuele stijging van q

Slide 20 - Quizvraag

Hw.
Opgaven 4.1 en 4.6

Slide 21 - Tekstslide