18 Jan Koppelwerkwoord, hulpwerkwoord, of zelfstandig werkwoord

ZWW, HWW, KWW
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

ZWW, HWW, KWW

Slide 1 - Tekstslide

Noem de koppelwerkwoorden.

Slide 2 - Open vraag


A
hww
B
kww
C
zww
D
ns.vgw

Slide 3 - Quizvraag


A
hww
B
kww
C
zww
D
bn

Slide 4 - Quizvraag

Werkwoorden:
hww, zww, kww

Slide 5 - Woordweb


A
hww
B
kww
C
zww
D
ns.vgw

Slide 6 - Quizvraag


A
hww
B
kww
C
zww
D
ns.vgw

Slide 7 - Quizvraag


A
hww
B
kww
C
zww
D
bw

Slide 8 - Quizvraag

Herhaling zww, hww, kww

Slide 9 - Tekstslide

Welke combinaties kunnen voorkomen in een enkelvoudige zin?
A
hww + zww
B
hww + kww
C
hww + hww + zww
D
kww + zww

Slide 10 - Quizvraag

Ik ben de hele dag in bed blijven liggen.
ben=
blijven=
liggen=
A
hww kww zww
B
hww hww zww
C
kww kww zww
D
hww zww kww

Slide 11 - Quizvraag

22. Ik ben de hele dag in bed blijven liggen.

ben=
blijven=
liggen=
A
hww kww zww
B
hww hww zww
C
kww kww zww
D
hww zww kww

Slide 12 - Quizvraag

vertellen
A
ww
B
hww
C
kww
D
zww

Slide 13 - Quizvraag

Zij zou naar school komen.
komen: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 14 - Quizvraag

Die jongen blijkt een taaie.

blijkt: hww, zww of kww?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 15 - Quizvraag

Mijn oma heeft de lekkerste appeltaart gebakken

heeft: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 16 - Quizvraag

Aniek is 13 jaar geworden.

geworden: hww, zww of kww?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 17 - Quizvraag

Zij zou naar school komen vandaag.

komen: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk voor di 
Gram blok 3
Maken opdr. 12 t/m 14

Leren blz. 125

Slide 19 - Tekstslide