10. Op de stoel van de rechter
Dennis en Tyron wilden een hotel in Nijmegen overvallen. Toen ze de politie zagen, sloegen ze op de
vlucht. Ze scheurden met een scooter door de stad. Doordat ze niet goed opletten, raakten ze een
voetganger die net de weg overstak. De voetganger bezweek aan zijn verwondingen. Dennis zegt dat
Tyron de scooter bestuurde. Tyron beweert het tegenovergestelde. Dennis zou de scooter hebben
bestuurd. Nu moet de rechter beslissen wie er gestraft moet worden voor doodslag.
De rechter moet een lastige afweging maken. Aan de ene kant wil de rechter dat de dader(s) van deze
fatale aanrijding niet zonder straf wegkomen. Aan de andere kant moet het oordeel van de rechter
gebaseerd zijn op wettig en overtuigend bewijs.