Voeding_periode 3

Waarom heeft je lichaam voedsel nodig?
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waarom heeft je lichaam voedsel nodig?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Water, eiwitten en mineralen vallen onder:
A
Energieleverende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Regulerende stoffen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een regulerende stof

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vitaminen zijn oplosbaar in vet?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk mineraal zie je hier?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitamine K is belangrijk voor:
A
Bescherming van je cellen
B
Ogen en huid
C
Bloedstolling
D
Botten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Water is belangrijk voor:

Slide 7 - Woordweb

Regelen lichaamstemperatuur
Vervoer van voedingsstoffen
Oplosmiddel voor stoffen
Houd de cellen in de juiste vorm
A la carte menu
Componentenmenu
Keuzemenu
Klanten kiezen zelf de gerechten die ze willen eten
Klanten bepalen wat ze willen eten van de aangeboden  gerechten
Klanten hebben keuze uit twee of meerdere menu's

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De gele snijplank wordt gebruikt voor:
A
Gevogelte
B
Rauw vlees
C
Vis
D
Zuivelproducten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt geen gasaansluiting nodig maar de kookplaat koelt langzaam af.
Over welk soort fornuis hebben we het?
A
Elektrische kookplaat
B
Inductiekookplaat
C
Gasfornuis
D
Grillplaat

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel bakken met boter, daarna met de deksel op de pan langzaam gaar laten worden.

A
Bakken
B
Koken
C
Stoven
D
Braden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bepaald wat je eet?

Slide 12 - Woordweb

Cultuur 
Levensovertuiging
Beschikbare geld
Idealisme
Reclame
Soms moeten mensen zich houden aan een dieet waarin zo min mogelijk zout zit. Hoe heet dit dieet?
A
Zoutloos dieet
B
Sodadieet
C
Kaliumbeperkt dieet
D
Natriumbeperkt dieet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Allergenen

Slide 14 - Woordweb

1. Eieren
2. Pinda's
3. Vis
4. Glutenbevattende granen (tarwe, rogge, gerst, haver, spelt en kamut)
5. Schaaldieren
6. Lupine
7. Melk (incl. lactose)
8. Noten (amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten, macadamianoten)
9. Selderij
10. Mosterd
11. Sesamzaad
12. Soja
13. Zwaveldioxide en sulfieten (in concentraties van meer dan 10 mg SO2 per kg of liter)
14. Weekdieren
Dit waren de lessen voeding

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies