NS1T3H06.2

Welkom
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Afspraken & Presentie
  • Vorige les
  • Leerdoelen deze les
  • Theorie
  • Oefenen
  • Leerdoelen behaald?
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wanner ga je naar de kapper?
Deze week nog!
Volgende week
Ik heb nog geen afspraak
Ik hoef niet naar de kapper

Slide 4 - Poll

Vorige les
Zet eerst al je hulplijnen in voordat je opgeeft. Denk bijvoorbeeld aan:

  1. Klassenapp
  2. Gezinsleden & kennissen
  3. Methode (Boek én antwoordenboek)
  4. Internet
  5. Teams-chat
  6. Begin van de volgende les

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan luchtdruk omrekenen naar verschillende eenheden
  • Ik weet hoe luchtdruk gemeten kan worden
  • Ik weet wat drukgebieden zijn en welke invloed zij hebben

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
In het boek: blz. 135-137

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Luchtdruk
  • In dampkring zit lucht, deze wordt ook door de aarde aangetrokken.
  • Hierdoor wordt op iedere vierkante centimeter een druk uitgeoefend van ongeveer 10 N
  • Druk van de lucht is dus 10 N/cm2 = 1 bar = 1000 mbar

Slide 9 - Tekstslide

Luchtdruk - Eenheid
  • 1m2 = 100 cm x 100 cm = 10.000 cm2
  • Dus een druk van 10 N/cm2  is bij oppervlakte van 1 mdan 100.000 N! 
  • Pa staat voor Pascal, eenheid van druk, 1 Pa = 1 N/m2
  • Hectopascal (hPa) is de eenheid die gebruikt wordt door meteorologen (weerkundigen)
  • 1 hPa = 100 Pa

Slide 10 - Tekstslide

Omrekenen drukken

Slide 11 - Tekstslide


Hoeveel N/m^2 is 103 hPa?
Vul alleen het getal in, zonder punten of komma's

Slide 12 - Open vraag

Atmosferische druk
  • Ofwel: Luchtdruk (de druk van de atmosfeer)
  • Ontstaat door de kolom lucht die boven je is

Slide 13 - Tekstslide

Hoe kan het dat hoger in de atmosfeer een lagere luchtdruk is?
A
Er drukt meer lucht op 1 cm^2
B
Er drukt minder lucht op 1 cm^2

Slide 14 - Quizvraag

Hoe hoger in de lucht, hoe lager de luchtdruk

Slide 15 - Tekstslide

druk / hoogte
moleculen / hoogte

Slide 16 - Tekstslide

Hoge en lage druk
  • De luchdruk ligt onder normale omstandigheden ergens tussen 980 hPa en 1030 hPa
  • Vuistregel: Hoge druk > 1000 hPa, Lage druk < 1000 hPa
  • De lijnen zijn isobaren, deze verbinden plekken met dezelfde luchtdruk


Slide 17 - Tekstslide

Luchtdruk en het weer
De luchtdruk is een goede graadmeter voor het weer mogelijke neerslag. 

Bij een hoge luchtdruk is het vaker goed 
weer en bij een lage luchtdruk is het vaker 
slecht weer.

Slide 18 - Tekstslide

Luchtdruk en regen
Hoewel niets zo veranderlijk is als het weer, zou je kunnen zeggen dat een lagere druk een grotere kans op regen. Hier een vuistregel (die je niet uit je hoofd hoeft te weten):

  • 990 hPa = 80% kans op regen
  • 1000 hPa = 70% kans op regen
  • 1010 hPa = 40% kans op regen
  • 1020hPa = 20% kans op regen
  • 1030 hPa = 10% kans op regen

Slide 19 - Tekstslide

Barometer
  • Druk meet je normaal met een manometer
  • Een manometer voor luchtdruk heet een barometer
  • Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa 
  • Luchtdruk op zeeniveau kan gemeten worden tussen tussen de 970 en 1050 hPa

Slide 20 - Tekstslide

Barograaf
  • Een barometer die een grafisch verloop van de luchtdruk laat zien heet een barograaf

Slide 21 - Tekstslide

Werking barometer
  • In het witte metalen doosje is een erg lage luchtdruk
  • Het doosje wordt door luchtdruk meer of minder ingedrukt
  • Door de verbinding aan het tandwiel, verplaatst de meter zich 

Slide 22 - Tekstslide

Zijaanzicht luchtdruk

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Punten met een gelijke luchtdruk
heten:
A
Isobaren
B
Isothermen
C
Isotopen
D
Isogonen

Slide 25 - Quizvraag

Bij een hogedrukgebied is er vaak sprake van
A
Nat en koud weer
B
Stabiel en nat weer
C
Nat en warm weer
D
Stabiel en droog weer

Slide 26 - Quizvraag

Wind waait altijd van:
A
Hoge druk naar lage druk
B
Lage druk naar hoge druk

Slide 27 - Quizvraag

Leerdoelen bereikt?
  • Ik kan luchtdruk omrekenen naar verschillende eenheden
  • Ik weet hoe luchtdruk gemeten kan worden
  • Ik weet wat drukgebieden zijn en welke invloed zij hebben

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
  • Doornemen: LessonUp en maken vragen. LET OP: de LessonUps tellen uiteindelijk mee als SO-cijfer!
  • Verder met het weerstation bouwen/meten
  • Voor het verslag: de onderzoeksvragen van 6.2 alvast beantwoorden

Slide 29 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll