B1:
De volgende historische gebeurtenissen staan in alfabetische volgorde:
1 De Frankische koning Dagobert I laat in Utrecht een kerkje bouwen op de overblijfselen van een Romeins fort, om van daaruit de Friezen te bekeren tot het christendom.
2 De monnik Maarten Luther verspreidt 95 stellingen om misbruiken in de roomskatholieke kerk ter discussie te stellen.
3 Herdersvolken, waaronder een stam onder leiding van Abraham, een van de ‘aartsvaders’ van het Joodse volk, vestigen zich in het gebied dat nu Israël heet.
4 In de tijd van Augustus (de eerste Romeinse keizer) wordt in Bethlehem Jezus Christus geboren.
5 Mohammed, grondlegger van de Islam, vlucht uit Mekka naar Medina.
6 Paus Urbanus II roept op tot een kruistocht, de eerste van een reeks, naar het ‘Heilige Land’ (het huidige Israël en Palestina).
Zet deze zes historische gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers. (2p)