3p
7 Hieronder staan vijf zinnen over de groei van het christendom.
Geef bij elke zin aan of de Romeinen dit een probleem vonden of niet.
Doe het zo:
A … (kies wel een probleem of geen probleem). (enzovoort tot en met E).
A Christenen bekeerden steeds meer mensen.
B Christenen geloofden in een beter leven na de dood.
C Christenen kozen voor een eenvoudig leven.
D Christenen vonden dat zij anderen moesten helpen.
E Christenen weigerden om de keizer te vereren.