Hoofdstuk 4 Moleculaire stoffen

Hoofdstuk 4 
Herhalen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 
Herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning van vandaag
  • Controle huiswerk (inleveren via lessonup)
  • herhalen H4 met een serie quizvragen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een foto van je gemaakte huiswerk van par 4.1 - 4.3

(als je al je huiswerk via de digitale methode hebt gemaakt, zeg dat even in de chat)

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H4
Zorg dat je een binas, rekenmachine en wat kladpapier bij de hand hebt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling van stoffen
Geef voor elke stof aan tot welke groep ze behoren door ze naar de juiste plek te slepen.
Metaal
Zout
Moleculaire stof
Kwik
C6H12O6
NaCl
NH3
CO2
ZnS
Wolfraam
KI

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Micro vs Macro
Geef aan of hier een begrip/omschrijving op micro of macro niveau gegeven wordt, door ze naar de juiste plek te slepen.
Micro
Macro
H2O
Moleculen
Fase-aanduiding
Stofeigenschap
Stof water
Reactie-vergelijking
Watermolecuul
Oplosmiddel

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

H3: Zijn de volgende atomen of ionen?
Atoom
Ion
7p
7n
7e
8p
8n
10e
1p
0n
0e
2p
2n
2e
30p
34n
28e
13p
14n
13e
18p
22n
18e
16p
16n
18e

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

H4: Hoeveel mol is 340 g ethanol? (C2H5OH)

Slide 8 - Open vraag

mM C2H5OH: 46,069 g/mol
340/ 46,069=   7,38 mol
Een waterstofbrug kan voorkomen tussen:
A
OH-groepen
B
NH-groepen
C
OH- en NH-groepen
D
Niet tussen OH- en NH-groepen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bindingen worden verbroken bij het koken van deze stof?
A
waterstofbruggen
B
waterstofbruggen en vanderwaals-bindingen
C
vanderwaals-bruggen
D
vanderwaals-bindingen.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bindingen worden verbroken bij elektrolyse (splitsing) van water
A
atoom, vanderwaals, waterstofbrug
B
atoom
C
atoom,waterstofbrug
D
vanderwaals, waterstofbrug

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bindingen worden verbroken bij verbranden van magnesium?
A
vanderwaals en metaal
B
alleen metaal
C
ion
D
metaal en atoom

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe sterk is een waterstofbrug ten opzichte van een atoombinding?
A
H2O
B
MgCl2
C
C18H34O2
D
NaCl

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke afbeelding
is de waterstofbrug
op de juiste manier getekend?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hydrofiel
Hydrofoob

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Een vaste stof in een vloeistof die niet mengen
2. Een vaste stof in een vloeistof die wel mengen
3. Een vloeistof in een vloeistof die niet mengen
4. Een vloeistof die makkelijk oplost in water
5. Een vloeistof die moeilijk oplost in water
6. Een hulp stof die er wel voor zorgde dat een emulsie mengt.
Emulsie
Oplossing
Emulgator
Suspensie
Hydrofoob
Hydrofiel

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rangschrik de volgende stoffen op kookpunt:
(slepen)
Kaliumoxide
Chloor
Butaan-1-ol
Butaan

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 250 gram Red Bull is 0,1 gram cafeïne opgelost. Wat is het percentage cafeïne in Red Bull?
A
0,01%
B
4%
C
25%
D
0,04%

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De concentratie van CO2 was 0,037%. Hoeveel ppm stelt dit voor?
A
3,7
B
37
C
370
D
3700

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan boord van het schip ‘de Terror’ stierven halverwege de 19e eeuw 129 mensen aan een loodvergiftiging. Een haar van een overledene bevatte 500 ppm lood terwijl een haar onder normale omstandigheden slechts 5 ppm bevat. Stel dat het gehalte in de haren hetzelfde is als in het gehele lichaam. Hoeveel mg lood bevond zich dan in het lichaam van de overledene als hij 85 kg woog?
A
0,059 mg
B
0,85 mg
C
58,8 mg
D
850 mg

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het volumepercentage alcohol in wijn is 14,5 %. Hoeveel alcohol zit in 2 liter wijn?
A
0,29 liter
B
0,14 liter
C
14,5 liter
D
1 liter

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een troebel mengsel van twee vloeistoffen?
A
oplossing
B
emulsie
C
suspensie
D
emulgator

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas?
A
schuim
B
rook
C
oplossing
D
nevel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een troebel mengsel van een vloeistof met een vaste stof?
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Nevel
D
Rook

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies