module 1: snelle check

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Indeling van stoffen

Geef voor elke stof aan tot welke groep ze behoren door ze naar de juiste plek te slepen.

Metaal

Zout

Moleculaire stof

Kwik

C₆H₁₂O₆

NaCl

NH₃

CO₂

ZnS

Wolfraam

KI

Micro vs Macro

Geef aan of hier een begrip/omschrijving op micro of macro niveau gegeven wordt, door ze naar de juiste plek te slepen.

Micro

Macro

H2O

Moleculen

Fase-aanduiding

Stofeigenschap

Stof water

Reactie-vergelijking

Watermolecuul

Oplosmiddel

Geleidt het wel of geen stroom:
opgelost

P₂O₅

1. Geleidt WEL stroom
2. Geleidt GEEN stroom

Geleidt het wel of geen stroom:
Vast NaI

1. Geleidt WEL stroom
2. Geleidt GEEN stroom

Waarom kunnen metalen stroom geleiden

waarom kunnen moleculaire stoffen en zouten dit niet (altijd)

sleep de juiste zoutnaam achter de verhoudingsformule. 

Na​2​​SO​3​​

Cu​3​​(PO​4​​)​2​​

Fe​2​​(CO​3​​)​3​​

natriumsulfaat

natriumsulfiet

koper(II)fosfaat

koper(IV)fosfaat

ijzer(II)carbonaat

ijzer(III)carbonaat

Hoeveel protonen heeft het atoom mangaan (Mn)?

1. 23
2. 25
3. 13
4. 55

Hoeveel protonen heeft het molecuul aardgas (CH4)?

1. 5
2. 8
3. 10
4. 16

Hoeveel protonen heeft het metaal-ion

Fe²⁺

1. 24
2. 26
3. 28
4. geen van deze antw

Welke binding zitten er in
dit molecuul?

1. atoombinding
2. vanderwaalsbinding
3. Ionbinding
4. Metaalbinding

Welke binding heeft
deze stof?

1. Covalente / atoombinding
2. rooster binding
3. Ionbinding
4. Metaalbinding

Welke binding heeft
dit molecuul?

1. Covalente / atoombinding
2. waterstofbruggen
3. Ionbinding
4. Metaalbinding

Welke binding wordt of welke bindingen worden verbroken als de vloeistof butaan verdampt ?

1. atoombindingen, waterstofbruggen en vanderwaalsbindingen
2. vanderwaalsbindingen
3. Waterstofbruggen
4. atoombindingen

Wat zijn de volgende bindingen?

En waneer zijn deze bindingen?

welke structuur kan geen waterstofbrug aangaan?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke waterstofbrug
is goed getekend?

1. a
2. b
3. c
4. geen enkele

Einde module 1

Er is nog veel meer te leren en de vraagstelling in eindexamens is veel complexer. 

De ionen Au³⁺ en SO₃^2- vormen een zout. Geef de zoutformule en de juiste naam.

Geef de oplosvergelijking voor bariumbromide