Numerals

Numerals
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Numerals

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan for today

  • Reading 7.1 & 7.2
  • Grammar 7.1 & 7.2
  • Quiz
  • Nu Engels

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goals


• At the end of this lesson you can analyze a text
• At the end of this lesson you can know the order of words in English
• At the end of this lesson you can use the future in English



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's get to work!
 NU ENGELS 
1.1 - ex. 1 & 2
Read grammar explanation!
Need help? Ask your neighbour first.

Done? Doorwerken aan 1.1


timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordinals - numerals
Ordinals zijn rangtelwoorden. Hiermee geef je iets of iemand zijn plek of rang aan.
Eerste, tweede, derde, zesde, tiende.

Numerals zijn gewoon nummers. Deze gebruik je om te rekenen, te tellen of hoeveelheden aan te geven.
Eén, zes, drie, acht, drieëntwintig 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Numerals

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Cardinals - 
Choose the correct ordinal number (rangtelwoord)

A
20th, twentieth
B
20th, twenty

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct ordinal number (rangtelwoord)

A
2th, seconth
B
2nd, second

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct ordinal number
(rangtelwoord)
A
33th, thirty-thirth
B
33rd, thirty-third

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct ordinal number (rangtelwoord)

A
29th, twenty-ninth
B
29th, twenty-nineth

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let's get to work!

 NU ENGELS 
1.1
Do all ex. (also extra ex. online) HW
Need help? Ask your neighbour first.

Done? Doorwerken aan Exam practice


timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What did we do today?
  • Reading 7.1 & 7.2
  • Grammar 7.1 & 7.2
  • Quiz
  • Nu Engels

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Pronouns
Subject pronoun:
You 
He 
She 
It
We
They 
Object pronoun:
Me 
You 
Him
Her
It
Us
Them

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I, you, he, she, it, we, they
VOOR het werkwoord
He likes me
I am talking to her

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

me, you, him, her, it, us, them
Na het werkwoord
Do you like him
It is looking at them

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I'm fine thanks. I'm washing _____ car at the moment. We have a new one.
A
my
B
his
C
her
D
our

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Okay, hey listen, ____ brother Tom has a new computer.
A
his
B
my
C
our
D
she

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

And we can play games on ____. Do you want to come over?
A
it
B
her
C
his

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oh, I'm sorry Nick. My sister and I are going to visit ____ aunt and uncle today.
A
his
B
her
C
we
D
our

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

____ are throwing a big party.
A
They
B
Their
C
we

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She is looking at herself.
He is talking to himself.
They are enjoying themselves.
Reflexive Pronouns.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste reflexive pronoun in:
you bought ________ a new computer
A
myelf
B
himself
C
yourself

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct ordinal number (rangtelwoord)

A
1st, first
B
1th, firsth

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct ordinal number
(rangtelwoord)
A
12th, twelfth
B
12th, twelveth

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct ordinal number
(rangtelwoord)
A
12th, twelfth
B
12th, twelveth

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct ordinal number (rangtelwoord)

A
10rd, ten
B
10th, tenth

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct ordinal number (rangtelwoord)

A
8th, eighth
B
8th, eighty

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct ordinal number
(rangtelwoord)
A
14nd, fourteend
B
14th, fourteenth

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies