3. ¿Cómo eres?

¿Listos para la clase? 
(Ready for class?)
Take out your books, notebook, folder, pencil case.

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¿Listos para la clase? 
(Ready for class?)
Take out your books, notebook, folder, pencil case.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Esta actividad y la siguiente las podemos hacer para calentar motores y recordar el vocabulario de la clase anterior. Se pueden hacer en grupo con el profesor.

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Los objetivos de hoy 
  • describir cómo eres 
  • describir cómo son algunos miembros de tu familia 
  • utilizar el verbo ser 
  • utilizar una variedad de nuevos adjetivos


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo eres?
ATL: Apply skills and knowledge in unfamiliar situations

You're going to practise targeted listening skills... 

In the next slide, watch the video and write down as many adjectives as you can in Spanish! 

What do you think they mean?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Los adjetivos de la canción ¿Cómo eres?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo eres?
Mira 1, página cuarenta y ocho.

Ejercicio 1.
¿Quién es? Escucha y escribe el nombre correcto (1 - 12)
¡Escúchame!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡COMPROBAMOS!
2. Marga
3. Silvia
4. Alfredo
5. Ramona
6. Lola
7. Carlos
8. David
9. Miriam
10.Berta
11.Alonso
12.Leonardo

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El vocabulario
Copia el vocabulario del ejercicio 1 y tradúcelo al inglés:
alto/a
 bajo/a
 delgado/a
gordo/a
 guapo/a
 feo/fea

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulario útil
Here is the vocbaulary list for this part of the unit should you need to refer back to it at any point. 

Página 61

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa "soy"?
A
soy sauce
B
I am
C
Here is it
D
You are

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

El verbo ser
Mira el vídeo en el próximo slide y copia la conjugación del verbo irregular ser:

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La gramática
Before completing the next exercise, remember that adjectives have to agree in gender and number with the noun that they describe! 

For example...
Mi hermano es alto, pero mi hermana es alta
Mis padres son delgados.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo son los miembros de tu familia? Escribe 5 frases.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo son estas personas?
Mira 1, página cuarenta y nueve.
Ejercicio 4.
Escucha y escribe la edad y dos adjetivos para cada persona.
Roberto - Sadiq - Alonso - Pepe - Natalia - Elena - Montserrat - Siliva
¡Escúchame!
ATL: Apply skills and knowledge in unfamiliar situations 
Targeted listening skills: listen for specific information at a time. First, try listening and writing the name and age of each person, and then on the second go listen and write the adjectives for each person.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡COMPROBAMOS!
2. NATALIA-13-ALTA, UN POCO TÍMIDA
3. ELENA-11-PEQUEÑA, MUY DIVERTIDA
4. SADIQ-12-BASTANTE DELGADA, INTELIGENTE
5. MONTSERRAT-13-MUY GUAPA, MUY ANTIPÁTICA
6. ALONSO-14-MUY GORDO, ABURRIDO
7. PEPE-15-MUY GUAPO, MUY MUY DIVERTIDO
8. SILVIA-16-DELGADA, MUY PEREZOSA

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Read the text and correct the sentences above in the following slides

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Correct the following sentences according to the text you read:
1. Javier is 19.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct the following sentences according to the text you read:
2. He has three sisters.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct the following sentences according to the text you read:
3. The band is called The Mad Boys.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct the following sentences according to the text you read:
4. Rafael is short and slim.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct the following sentences according to the text you read:
5. Pepe plays the guitar.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct the following sentences according to the text you read:
6. Miguel is very fat.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct the following sentences according to the text you read:
7. Kiki the snake is very lazy.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Escribe una respuesta a Javier, describiendo tu familia. Incluye los nombres, las edades y cómo son (físicamente & la personalidad)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verb TENER
You have been using the verb TENER (I have): 

Tengo dos hermanas (I have two sisters)
Tienes un hermano (You have one brother)

Go to the next slide to see the conjugation of this verb

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verb TENER






After the song, you will find quizzes
ATL: Apply skills and knowledge in unfamiliar situations
Another skill is to use SONGS to help you remember information. Listen to the song on the next slide for the verb TENER.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

tener, ellos
A
tiene
B
tienen
C
tenemos
D
tenéis

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tener, nosotros
A
tenéis
B
tienen
C
tenemos
D
tengo

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

conjugate: Manuel y tú (tener)
A
tenemos
B
tienen
C
tienemos
D
tenéis

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tener, yo
A
teno
B
tengo
C
tiene
D
tienes

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

conjugate: Manuel y yo (tener)
A
tenéis
B
tenemos
C
tengo
D
tienen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let's practice your reading skills
Read the text and answer the questions:
"Mi pueblo es mi familia
Tengo dos hermanas. Se llaman Sulata y Sagta. Sagta tiene ocho años y Sulata tiene catorce años. También tengo dos hermanos. Mis hermanos se llaman Utuya y Majnu. Utuya tiene diez años y Manju tiene quince años. 
Vivo con mi padre, mi madre, mi abuelo y mi abuela. Mi abuela tiene ochenta años. Mi abuelo se llama Maliku. Tiene ochenta y dos años. 
Tengo cuatro tíos y cuatro tías en el pueblo y muchos primos"

Source: McLachlan, A. Mira 1. "Mi pueblo es mi famlia". Heinemman, p.45

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alaya tiene dos hermanos y tres hermanas
A
True/ Verdadero
B
False / Falso

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Su hermana Sulata tiene catorce años
A
True /Verdadero
B
False /Falso

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Su hermano Utuya tiene diez años
A
Verdadero
B
Falso

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Su abuelo tiene ochenta años
A
Verdadero
B
Falso

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tiene tres tías en el pueblo*
*village
A
Verdadero
B
Falso

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

No tiene primos
A
Verdadero
B
Falso

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies