3.1 en 3.2 De Gouden Eeuw: Amsterdam als stapelmarkt

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik-opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een spotprent uit de zestiende eeuw, met het onderschrift ‘de duivel bespeelt’. De kale monnik is Maarten Luther.
Is de bron gemaakt door een katholiek of protestant?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom de centralisatiepolitiek van Karel V (en later Filips II) leidde tot kritiek van de adel?

Slide 6 - Open vraag

Karel V trok alle macht naar zich toe, dat betekent dat anderen hun macht verloren (1p). Zo wilden de steden, gewesten en de adel hun voorrechten (privileges) behouden /particularisme / ze waren boos over de harde vervolging van de protestanten.

De oorzaken van de Nederlandse Opstand waren...
A
Economisch
B
Politiek
C
Religieus
D
Sociaal-geografisch

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ontstond in?
A
1579
B
1581
C
1588
D
1648

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PTO-boekje

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Het tijdvak waarin de regenten en vorsten over Nederland heersten noemen we ook wel de Gouden eeuw. Deze eeuw begon in 1600 en eindigde in 1700. --> maar waarom heet dit tijdvak zo?

In de 17e eeuw streefden veel vorsten (koningen) in Europa naar absolute macht. (1p) Tussen al die vorstendommen in Europa namen de Nederlanden een bijzondere positie in. De Nederlanden hadden namelijk geen vorst, maar het was een republiek dat bestuurd werd door regenten. (1p)
 

Overzicht Periode 2
  • Thema: Regenten en Vorsten (1600-1700) & Pruiken en Revoluties (1700-1800)
  • Benodigde lesmaterialen: Chromebook, JdW-map, etui 
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Herhalings-week
Amsterdam als stapelmarkt: Moeder-negotie
Ontstaan van handels-kapitalisme: VOC & WIC
Tolerantie in de Republiek: Geloof, wetenschap en kunst
Een absolute heerser: Lodewijk XIV
S.O. H3
Het Ancien Regime: 
De Derde Stand
PO inleveren
Idealen van de Verlichting: Locke, Montesquieu en Rousseau
Franse Revolutie: Vrijheid, gelijkheid en broederschap
Verlicht absolutisme: Keizer Napoleon
Herhaling
.




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van Regenten en Vorsten

Slide 12 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Waarom was De Republiek bijzonder?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

H3. De Republiek in de Gouden Eeuw 
Hoe kon de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgroeien tot een wereldmacht?

Slide 14 - Tekstslide

Onze kleine Republiek werd in de zeventiende eeuw een belangrijk land in de internationale politiek en de wereldeconomie en bouwde een koloniaal rijk op in Azië en Amerika. Eigenlijk denken we nog steeds terug aan deze glorietijd en menen we vaak dat ons land groter is en meer invloed uitoefent dan in werkelijkheid. Op de Nederlandse uitvinders en wetenschappers, nieuwsgierig, praktisch en slim, zijn wij nu nog enorm trots, net als op de wereldberoemde schilderkunst van de Gouden Eeuw. Uit de Opstand tegen Philips II ontstond de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (hoofdstuk 2). Een bijzonder staatje: niet met een koning, maar met vertegenwoordigers van steden en adel aan het hoofd, de Staten Generaal. Amsterdam werd de belangrijkste Europese handelsstad, die het zelfs lukte om de handel op Azië en Amerika van Spanje en Portugal af te snoepen. Sinds de Ontdekkingsreizen (hoofdstuk 1) kenden die zeeroutes naar de landen waar je specerijen, zijde, porselein, thee, zout, goud, zilver en andere kostbare handelsproducten kon halen. Al gauw ging de jonge Republiek zelf op ontdekkingstocht. Zeevaarders Houtman en de Keyser voeren om Afrika heen naar Azië. Nederlandse kaperschepen veroverden de zilvervloot die van Amerika naar Spanje voer en pakten Brazilië van de Portugezen af. Zo veroverde de Republiek niet alleen een eigen plekje in de internationale politiek (hoofdstuk 2), maar ook in de internationale economie.

Invalshoeken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Republiek zat in de 17e eeuw in een “Gouden Eeuw”, omdat...
(politiek, economisch, sociaal en cultureel)

Slide 16 - Open vraag

Economisch: hoge lonen/ veel werk
Religieus: gewetensvrijheid
Wetenschap: Persvrijheid
politiek: republiek in het midden van vorstendommen in Europa 
sociaal: rijke kooplieden, door de aandelenmarkt kon iedereen een stukje eigenaar zijn. 
Leg uit waarom Amsterdam en Antwerpen door hun ligging belangrijke handelssteden konden worden.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld


Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor onze nijverheid en landbouw?

Slide 18 - Tekstslide

Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor de landbouw in de Republiek?
De Nederlandse boeren konden de bevolking in de steden niet meer voeden. Daarom importeerde Amsterdam graan uit landen rond de Oostzee, zoals Polen. De Nederlandse boeren legden zich toe op commerciële producten, zoals boter, kaas of hennep. De landbouw werd commercieel. Het werd opgeslagen in graanpakhuizen. Als er ergens in Europa tekort aan graan was steeg de graanprijs en verkochten de Amsterdammers dat weer. Ze namen meteen ijzer uit Zweden of hout voor de scheepsbouw. De Amsterdamse graanschepen brachten daar Franse of Duitse wijn en laken van wol uit Vlaanderen. Later ook specerijen, zijde en thee uit Azië. Ze profiteerden van het handelsnetwerk van gevluchte kooplui uit Antwerpen. Dat was een onbedoeld gevolg van de val van Antwerpen. Zo groeide de stad en moest de grachtengordel en de Jordaan worden aangelegd. Omdat de import- en exportgoederen tijdelijk in Amsterdamse pakhuizen werden ‘opgestapeld’ werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa.

Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de volgende begrippen: stapelmarkt, handelskapitalisme, moedernegotie, commerciële landbouw en Gouden Eeuw. (R)
  2. Je kunt aangeven waarom de handel met Oostzeegebied ook wel de “moedernegotie” wordt genoemd. (T1)
  3. Je kunt een aantal oorzaken geven voor het feit dat Amsterdam in de 17e eeuw de grootste stapelmarkt van Europa werd. (T2)
  4. Je kunt op politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak uitleggen waarom er in de 17e eeuw van een “Gouden Eeuw” in de Republiek gesproken kan worden. (T2)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zat het ook alweer?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het draait om winst

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werden de Amsterdammers rijk?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handelskapitalisme

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specialisatie en commercialisering

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd de Oostzeehandel de moedernegotie genoemd?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: Zonder de Oostzeehandel zou de Nederlandse Opstand als snel stoppen.
Eens
Oneens

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Oostzeehandel

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oostzeehandel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom Amsterdam en Antwerpen door hun ligging belangrijke handelssteden konden worden.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Amsterdam: de stapelmarkt van Europa

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zat het ook alweer?

Slide 32 - Tekstslide

Vanwege de oorlog met Spanje vertrokken veel mensen (handelaren en wetenschappers) naar de Noordelijke Nederlanden (Amsterdam) in de 17e eeuw. Daarnaast kende Amsterdam een goede ligging. Het was een goede handelsknooppunt tussen Noord- en Zuid-Europa. Het was een rustplaats en er stonden vele pakhuizen. Hierdoor groeide de stad uit tot stapelmarkt.
Europese handel

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kent de betekenis van de volgende begrippen: stapelmarkt, handelskapitalisme, moedernegotie, commerciële landbouw en Gouden Eeuw. (R)
  2. Je kunt aangeven waarom de handel met Oostzeegebied ook wel de “moedernegotie” wordt genoemd. (T1)
  3. Je kunt een aantal oorzaken geven voor het feit dat Amsterdam in de 17e eeuw de grootste stapelmarkt van Europa werd. (T2)
  4. Je kunt op politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak uitleggen waarom er in de 17e eeuw van een “Gouden Eeuw” in de Republiek gesproken kan worden. (T2)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies