H4 Woordenschat 2KGT

Woordenschat H4
achtervoegsels
snel zitten en pak je boek erbij!
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat H4
achtervoegsels
snel zitten en pak je boek erbij!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Je weet de betekenis van veelvoorkomende achtervoegsels.

  • Je weet de betekenis van woorden vinden met behulp van achtervoegsels.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 woorden met voorvoegsel

Sommige woorden bestaan uit een kernwoord en een voorvoegsel.

Het voorvoegsel is meestal geen echt woord, maar geeft het kernwoord een andere betekenis.

Bijvoorbeeld:

gebruiken - hergebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorvoegsel
Voorbeeld

a-             niet

anti-        tegen

non-        niet

mis-        verkeerd, fout

wan-       slecht, verkeerd

her-         weer, opnieuw

ex-           niet meer

mini-       heel klein

inter-       tussen 2 of meer
                 gebieden

asociaal

antipathie

non-actief

misdragen

wantoestand

herinrichten

ex-man

minibus

interland

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu in hoofdstuk 4
Achtervoegsel: een 'klein woordje' dat achter het woord staat

bruikbaar
waardeloos
wekelijks
smaakvol

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H4 woorden met achtervoegsels
Er zijn veel woorden met -heid, -lijk, -ing, -ig, 
 -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch
erachter. 

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,
je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 

Slide 6 - Tekstslide

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Voorbeelden 
     blijheid
     duidelijk
     afdeling
     aardig
     aansteker
     eigenaar
     aaibaar
     fantastisch

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis

Door een achtervoegsel verandert de betekenis van een woord.

Kijk dus altijd goed in de zin wat er precies bedoeld wordt.



Het einde van de film is prachtig.

De docent kan eindeloos doorzeuren over mijn punt.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



-(i)teit biodiversiteit

-kundig vakkundig

-(e)lijk wetenschappelijk

-rijk waterrijk

-vaardig slagvaardig

-wekkend angstwekkend



-achtig kinderachtig

-baar onoplosbaar

-eus nerveus, comateus

-heid werkloosheid

-ief subjectief

-ig gelukkig

-isme socialisme



Veelvoorkomende achtervoegsels

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Zelfstandig en stil werken
Maken H4 
Blz 108 t/m 111

Klaar? 
  • Nakijken!
  • Lezen of bezig met een ander vak

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies