nieuwsbegrip winterweer niveau B/C/D

maandag 15 februari
  1. Huiswerk inleveren
  2. Dictee woorden leeuwen in Artis
  3. Toets Voorzetsels
  4. Lesson Up
  5. Lezen
  6. Huiswerk mee


1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

maandag 15 februari
  1. Huiswerk inleveren
  2. Dictee woorden leeuwen in Artis
  3. Toets Voorzetsels
  4. Lesson Up
  5. Lezen
  6. Huiswerk mee


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

stroef = niet glad
amper = bijna niet
Hier werken amper mensen

Slide 4 - Tekstslide

de verbeelding 
de magie =

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Doel: Ik kan voorspellen waar de tekst over gaat door de inleiding te lezen.
Opdracht: Ik lees de inleiding.

Slide 24 - Tekstslide

Waar zorgt het winterse weer in Nederland voor? Noem één positief en één negatief gevolg.

Slide 25 - Open vraag

Doel: we lezen de tekst. Opdracht: lees de eerste alinea.

Slide 26 - Tekstslide

Wanneer spreek je van een koudegolf?
Er zijn twee dingen belangrijk.

Slide 27 - Open vraag

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 28 - Tekstslide

Wat betekent code rood?
A
waarschuwing voor extreem weer met grote kans op schade, letsel en overlast.
B
waarschuwing dat er veel mensen met corona zijn.

Slide 29 - Quizvraag

Welke overlast veroorzaakte het extreme weer?
A
Auto’s gleden weg en treinen konden niet rijden.
B
Kinderen gingen sleeën en hun ouders moesten helpen.
C
Kinderen gleden weg en auto’s konden niet rijden.

Slide 30 - Quizvraag

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 31 - Tekstslide

Hoe komt het dat Nederland altijd een schaatsland is geweest?

Slide 32 - Open vraag

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 33 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met 'met het oog op' (r. 17)?
A
rekening houdend met
B
terwijl je niks weet over
C
terwijl je terugkijkt naar
D
zonder te denken aan

Slide 34 - Quizvraag

In regel 19-20 staat: Zondag was het treinverkeer gestremd, omdat de wissels bevroren zijn en niet werken door de stuifsneeuw. Wat betekent gestremd zijn?
A
geblokkeerd zijn
B
opgestart zijn
C
toegestaan zijn
D
vertraagd zijn

Slide 35 - Quizvraag

Waarom is het eigenlijk al uitgesloten dat er een Elfstedentocht komt (r. 31-32)?
A
De organisatie van de Elfstedentocht heeft gezegd dat er dit jaar geen Elfstedentocht wordt georganiseerd.
B
Het gaat niet lang en niet streng genoeg vriezen, dus het ijs wordt waarschijnlijk niet dik genoeg voor een Elfstedentocht.
C
Het ijs wordt waarschijnlijk wel dik genoeg, maar door de sneeuw kan er niet op geschaatst worden.

Slide 36 - Quizvraag

In r. 36 staat: Als het overdag ook vriest, dan zorgt elke 5 graden vorst voor één centimeter ijs.

Welk verband is er tussen deze zinnen?
A
Het is een oorzaak.
B
Het is een reden.
C
Het is een tegenstelling.
D
Het is een voorwaarde.

Slide 37 - Quizvraag

2 mintuten kijken
belachelijk
constant
gelukkig
geweldig
logisch
negatief
onzeker
opvallend
rustig
streng
timer
2:00

Slide 38 - Tekstslide

Weet jij nu wat alle woorden betekenen?
idyllisch
het letsel
stremmen
van oudsher
het parcours
iets blokkeren, iets tegenhouden
al heel lang
heel erg mooi, sprookjesachtig
De route die deelnemers aan een wedstrijd moeten afleggen
de beschadiging van het lichaam

Slide 39 - Sleepvraag


A
de magie
B
de verbeelding
C
verstoren
D
stimuleren

Slide 40 - Quizvraag


A
van oudsher
B
het letsel
C
de liefhebber
D
het parcours

Slide 41 - Quizvraag

Dit is een...

Slide 42 - Open vraag


Slide 43 - Open vraag

Stil, je ...................... mijn telefoongesprek!

Slide 44 - Open vraag

Die telefoon is veel te duur, dat kan ik mij niet .......................

Slide 45 - Open vraag

We kijken naar het jeugdjournaal



Kies een onderwerp uit en schrijf een samenvatting

Slide 46 - Tekstslide