4 BBL Blok 2 Stappenplan zinsdelen benoemen

Op Niveau Hoofdstuk 2



Grammatica (blz. 54)

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Op Niveau Hoofdstuk 2



Grammatica (blz. 54)

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan zinsontleding
Een stappenplan gebruik je om tot een goed eindresultaat te komen.
Vandaag gaan we het ook hebben over een stappenplan.
Een stappenplan om zinnen te ontleden.
We beginnen met grammatica zinsdelen H2.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les kan je:
  •  met behulp van een stappenplan zinsdelen benoemen
  • je weet in welke volgorde een zin ontleed moet worden
  • hoe de verschillende delen heten.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog?
  • Welke zinsdelen ken je nog?
  • Hoe vind je die zinsdelen dan?
  • Hoe verdeel je ook alweer een zin in zinsdelen?

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm (PV)

De persoonsvorm is een werkwoord in de zin.

Je vindt de PV door:

  • de zin vragend te maken; het eerste werkwoord is dan de PV
  • de zin in een andere tijd zetten; het woord dat veranderd is de PV
  • de hoeveelheid veranderen; het woord dat meeverandert is de PV

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp (Ond)

Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet in de zin.


Ond=wie/wat + PV + overige werkwoorden ?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Werkwoordelijk Gezegde (WWG)
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin.
Dus OOK de persoonsvorm!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Lijdend Voorwerp (LV)


LV=wie/wat + Ond + WWG ?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is nu dus het stappenplan om zinsdelen te benoemen?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Welke drie vormen van het werkwoord zijn er?

Slide 14 - Open vraag

Welke werkwoordsvorm staat altijd in de zin?
A
hele werkwoord
B
persoonsvorm
C
voltooid deelwoord

Slide 15 - Quizvraag

Heb je gisteren de auto van je vader gewassen?
gewassen =.......
A
hele werkwoord
B
persoonsvorm
C
voltooid deelwoord

Slide 16 - Quizvraag

Ga je vanavond nog aan je scooter sleutelen?
sleutelen = ...
A
hele werkwoord
B
persoonsvorm
C
voltooid deelwoord

Slide 17 - Quizvraag

Oefenen!


  • Schrijf de werkwoorden uit de volgende zinnen op.
  • Schrijf de juiste werkwoordsvorm erachter (hele werkwoord, persoonsvorm of voltooid deelwoord)

Slide 18 - Tekstslide

1. Ga je met een klasgenoot samenwerken?

Slide 19 - Open vraag

2. Heeft Marco na afloop van het rollenspel het formulier ingevuld?

Slide 20 - Open vraag

3. Wil Kevin met mij ruilen?

Slide 21 - Open vraag

4. Naima solliciteerde naar een bijbaantje als serveerster.

Slide 22 - Open vraag

5. Hebben jullie over je stagebedrijf veel informatie gevonden?

Slide 23 - Open vraag

6. De scheidsrechter heeft in het voordeel van ons team de wedstrijd beslist.

Slide 24 - Open vraag

Als je klaar bent...
Kijk je werk na:
  • (Bijna) alles goed? Ga verder met de volgende opdracht.
  • (Te) veel fouten gemaakt? Vraag hulp aan de docent.

Slide 25 - Tekstslide

En nu...
Benoem van de volgende zinnen:
  • het werkwoordelijk gezegde
  • het onderwerp
  • het lijdend voorwerp
Als het lijdend voorwerp niet in een zin voorkomt, zet je een -.

Slide 26 - Tekstslide

1. Ga je met een klasgenoot samenwerken?

Slide 27 - Open vraag

2. Heeft Marco na afloop van het rollenspel het formulier ingevuld?

Slide 28 - Open vraag

3. Wil Kevin met mij ruilen?

Slide 29 - Open vraag

4. Naima solliciteerde naar een bijbaantje als serveerster.

Slide 30 - Open vraag

5. Hebben jullie over je stagebedrijf veel informatie gevonden?

Slide 31 - Open vraag

6. De scheidsrechter heeft in het voordeel van ons team de wedstrijd beslist.

Slide 32 - Open vraag

Wat heb je nu geleerd?

Het stappenplan om zinnen te ontleden.
Eerst zoek je de persoonsvorm
Dan doe je de zinsdeelproef
Vervolgens zoek je het onderwerp
Daarna benoem je het werkwoordelijk gezegde
Hierna zoek je het lijdend voorwerp

Wat overblijft noemen we ander zinsdeel


Toch nog niet duidelijk? Bekijk nogmaals de instructiefilmpjes of vraag je docent om uitleg.

Slide 33 - Tekstslide