5.2 Over lezen

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.2 Over lezen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.2 Over lezen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 212.


Huiswerk controle:
-
 

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- kun je aangeven in welke tijd een verhaal speelt;
- kun je aangeven hoeveel tijd er in een verhaal voorbij gaat;
- kun je het vertelperspectief in een verhaal herkennen;

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig les 5.2 opdracht 2, 3, 5 en 6 op blz 213 t/m 216.
Jessica, Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Krystian, Jaysen, Niek & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
n.v.t.

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat moet je vertellen als je een vraag krijgt over de tijd in je boek?
A
In welke tijd en hoeveel tijd er voorbij gaat
B
In welke tijd het verhaal speelt en waarom
C
Hoeveel tijd er voorbij gaat en waarom
D
Hoe lang je over je boek hebt gedaan.

Slide 6 - Quizvraag

Onder 'ruimte' in een verhaal verstaan we:
A
De inrichting van een huis, kamer, gebouw
B
Zo'n beetje alles: kamer, weer, politieke situatie, een stad ...
C
De bewegingsvrijheid van de personages
D
Het tempo waarin het verhaal verteld wordt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is hier GEEN voorbeeld van ruimte in een verhaal?
A
Verveeldheid
B
School
C
Stad
D
Italië

Slide 8 - Quizvraag

Met 'de ruimte'
in een verhaal wordt bedoeld:
A
hoeveel tijd het kost om te lezen.
B
de omgeving waar het plaatsvindt.

Slide 9 - Quizvraag

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 5.2 opdracht 2, 3, 5 en 6 op blz 213 t/m 216.

De rest doet mee met de instructie.

Slide 10 - Tekstslide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 11 - Tekstslide

De tijd waarin een verhaal speelt:
Een verhaal speelt zich af in een bepaalde tijd. Bijvoorbeeld aan het begin van de vorige eeuw, in de tijd van de Eerste Wereldoorlog. Of in het nu, in deze tijd. 

Spelen de gebeurtenissen in een andere tijd, dan zullen de personen zich op een andere manier gedragen. 
In de tijd van de middeleeuwen hadden de mensen bijvoorbeeld andere ideeën over het geloof. 

Slide 12 - Tekstslide

Een schrijver kan op verschillende manieren laten zien in welke tijd het verhaal speelt;

1. Door een jaartal te benoemen, bijvoorbeeld boven een hoofdstuk;
2. Door bekende personen van vroeger in het verhaal te laten voorkomen;
3. Door te vertellen over bekende gebeurtenissen uit het verleden;
4. Door te vertellen over gebruiken, gewoontes, voorwerpen, kleding en eten uit de tijd van het verhaal;
5. Door te laten zien hoe de omgeving eruit ziet in de tijd van het verhaal.

 

Slide 13 - Tekstslide

De tijd die in een verhaal voorbij gaat:
In verhalen kan de tijd die voorbij gaat belangrijk zijn. Een verhaal kan gaan over een dag van zeven uur 's morgens tot 's avonds elf uur. De tijd die dan voorbij gaat is dan zestien uur. 

De schrijver van een verhaal geeft af en toe aanwijzingen over de tijd die voorbij gaat. Hij vertelt bijvoorbeeld of het ochtend is. Hoe laat het is, of het een dag of een week later is, of hij noemt een maand of een leeftijd van een persoon. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Krystian, Jaysen, Niek & Zouhir: Je maakt zelfstandig les 5.2 opdracht 2, 3, 5 en 6 op blz 213 t/m 216.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 2 (volgende slide).

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Lees goed de gele stukjes theorie. 
Je maakt zelfstandig les 5.2 opdracht 2, 3, 5 en 6 op blz 213 t/m 216.



Ben je klaar? 
1. Nakijken en verbeteren
2. Lezen in een leesboek. 

 
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- kun je aangeven in welke tijd een verhaal speelt?
- kun je aangeven hoeveel tijd er in een verhaal voorbij gaat?
- kun je het vertelperspectief in een verhaal herkennen?

Slide 20 - Tekstslide

8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:
Donderdag 11 april
5.2 opdracht 2, 3, 5 en 6 
Toetsen:
-

Slide 21 - Tekstslide