220208 grammatica zinsdelen H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom Hk1a

Je hoeft niet in te loggen in Lesson Up

Belangrijke data

donderdag 10 februari:

Herkansing grammatica woordsoorten.

vrijdag 11 februari:

Deadline inleveren dramaverslag

Vorige lessen:

• Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden.
  
  
• Ik kan eenvoudige zinnen in zinsdelen verdelen. 
  
  
• Ik kan het onderwerp van een zin vinden.

Schrijf de zin over en benoem de pv, ow en de verdeel de zin in zinsdelen.

De jongens uit mijn klas waren allemaal te laat gekomen bij gym.

Leerdoel

Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.

Uitleg werkwoordelijk gezegde

In elke zin staan werkwoorden. Al die werkwoorden samen vormen het werkwoordelijk gezegde (wg). 

De wg geeft aan wat het onderwerp doet. 

| Papa | heeft | het hele huis | schoongemaakt. | 

                pv/wg                                            wg

Uitleg werkwoordelijk gezegde

Let op: 

- Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de pv + alle andere werkwoorden. De pv benoem je dus 2 keer: als pv én als wg. 

- Als de woorden 'te' of 'aan het' vóór een werkwoord staan, horen ze bij het werkwoordelijk gezegde. 

- Delen van splitsbare werkwoorden horen ook bij het wg. 

Uitleg werkwoordelijk gezegde

Voorbeelden:

- | Hij | heeft | na het eten | de keuken | schoongemaakt. |

- | Zou | je | dat pakketje | durven te openen? |

- | Harry | is | aan het plassen. | 

- | Ik | bel | vaak | mijn oma | op | voor een kletspraatje. | 

Aan de slag:

Maak opdracht 1, 2 en 3 van H3 grammatica zinsdelen (blz. 92)

Klaar? Kijk voor een extra uitdaging naar opdracht 5.

Pauze

Wat is het ow in deze zin:

Vanaf morgen stop ik met snoepen.

1. Vanaf morgen
2. stop
3. ik
4. met snoepen

Wat hoort er allemaal bij het wg?

1. alle werkwoorden in de zin
2. alle werkwoorden in de zin + te + aan het
3. alle werkwoorden behalve de pv
4. ik weet niet wat het wg is

Wat is het wg in de volgende zin:

Van mijn moeder moest ik de spullen buiten laten staan.

Geef het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin:

Mijn vriend heeft de meeste doelpunten gescoord bij de laatste voetbalwedstrijd.

1. heeft de meeste doelpunten gescoord
2. heeft
3. gescoord
4. heeft gescoord

Kies zelf wat je gaat doen:

Leerdoel behaald?
Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.

1. Huiswerk afmaken
2. Extra oefenen met het wg: Opdracht 6, 7 en 8 op blz. 260
3. Werken aan het dramaverslag
4. Een boek lezen