2202010 Grammatica zinsdelen H3

Welkom Hv1b
Je hoeft niet in te loggen in Lesson Up
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom Hv1b
Je hoeft niet in te loggen in Lesson Up

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke data
morgen:
digitaal inleveren dramaverslag

donderdag 17 februari:
Herkansing grammatica woordsoorten

Inleveren dramaverslag op papier

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les:

  • Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden.

  • Ik kan eenvoudige zinnen in zinsdelen verdelen. 

  • Ik kan het onderwerp van een zin vinden.

Slide 3 - Tekstslide

Ontleed de zin en benoem de pv en het ow. Geef ook de zinsdelen aan.


Waarom ben jij niet eerder naar huis gegaan?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel

Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg werkwoordelijk gezegde
In elke zin staan werkwoorden. Al die werkwoorden samen vormen het werkwoordelijk gezegde (wg). 

De wg geeft aan wat het onderwerp doet

| Papa | heeft | het hele huis | schoongemaakt. | 
                pv/wg                                            wg

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg werkwoordelijk gezegde
Let op
- Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de pv + alle andere werkwoorden. De pv benoem je dus 2 keer: als pv én als wg
- Als de woorden 'te' of 'aan het' vóór een werkwoord staan, horen ze bij het werkwoordelijk gezegde. 
- Delen van splitsbare werkwoorden horen ook bij het wg. 

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg werkwoordelijk gezegde
Voorbeelden:

- | Hij | heeft | na het eten | de keuken | schoongemaakt. |
- | Zou | je | dat pakketje | durven te openen? |
- | Harry | is | aan het plassen. | 
- | Ik | bel | vaak | mijn oma | op | voor een kletspraatje. | 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het wg:
Emmy is spaghetti aan het eten.
A
Emmy
B
is eten
C
eten
D
is aan het eten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het wg?
Wie at alle boterhammen op?
A
Wie
B
at
C
at op
D
alle boterhammen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het wg?
Uiteindelijk moest de generaal de aanval in de woestijn afbreken.
A
afbreken
B
moest
C
moest de aanval in de woestijn afbreken
D
moest afbreken

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag:

Maak opdracht 1, 2 en 3 van H3 grammatica zinsdelen (blz. 92)



Slide 12 - Tekstslide