Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4V-8.4-Veranderende ecosystemen
§8.4 (Veranderende) Ecosystemen
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Basisschool
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
65 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
§8.4 (Veranderende) Ecosystemen
Slide 1 - Tekstslide
Habitat en niche
Habitat (= 'werkplaats'):
De
leefomgeving
van een organisme met de specifieke
abiotische
en
biotische
factoren
Niche (= 'beroep'):
Rol van de soort waarmee het zijn habitat
beïnvloedt
Slide 2 - Tekstslide
Producenten
Autotrofe organismen:
zetten
anorganische stoffen
om in
organische stoffen (assimilatie)
Slide 3 - Tekstslide
Anorganische stoffen: CO, CO2,
H2O
, NaCl, O2 (klein, eenvoudig, komt voor in levenloos en levend)
Organische stoffen:
bevatten
C, H, O
, N, P en S (groot, ingewikkeld,
afkomstig van organismen
)
Slide 4 - Tekstslide
Welke stoffen zijn anorganisch? en welke zijn organisch?
Sleep de moleculen naar de juiste categorie.
anorganische moleculen
organische moleculen
water
glucose
zetmeel
zuurstof
aminozuur
eiwit
CO2
nitraat
DNA
stikstof (N2)
RNA
bladgroen
Slide 5 - Sleepvraag
Consumenten
Heterotrofe organismen:
afhankelijk van andere organismen om organische verbindingen te maken
Slide 6 - Tekstslide
Detrivoren (afvaleters)
Insecten en wormen die het dode organisch materiaal 'opeten'
Uitscheiding
is voedselbron voor reducenten (bacteriën en sommige schimmels)
Slide 7 - Tekstslide
Reducenten
Breken organische moleculen af tot anorganische moleculen (
dissimilatie
)
Slide 8 - Tekstslide
Sleep de termen naar de juiste beschrijvingen toe:
Deze organismen zetten de organische stoffen in dood plantaardig materiaal om in anorganische stoffen
Deze organismen assimileren organische stoffen
Deze organismen doen aan voortgezette assimilatie. Ze nemen organische stoffen op uit hun omgeving
producenten
consumenten
reducenten
Slide 9 - Sleepvraag
§8.4 Veranderende Ecosystemen
Slide 10 - Tekstslide
Successie
Het opeenvolgen van planten en dieren van stadium naar stadium
Omstandigheden veranderen, nieuwe planten en dieren
Door de tijd (1) kale duinen -> (2) bos
Slide 11 - Tekstslide
Humuslaag
Bovenste grondlaag
"Laag aarde met veel oude plantenresten, waardoor nieuwe planten er goed groeien"
Slide 12 - Tekstslide
Primaire successie
In gebieden zonder
humuslaag
Successie moet vanaf het begin beginnen
Slide 13 - Tekstslide
Secundaire successie
Gebieden met humuslaag
Successie hoeft niet helemaal vanaf het begin te beginnen
Slide 14 - Tekstslide
Pioniersstadium
weinig soorten
weinig interspecifieke relaties
kleine biomassa
grote invloed abiotische factoren
geen humus (bij primaire successie)
Climaxstadium
veel soorten
veel interspecifieke relaties
grote biomassa
kleine invloed abiotische factoren
veel humus
Slide 15 - Tekstslide
Welke van de volgende behoort tot de producenten?
A
Algen
B
Zeewier
C
Krabben
D
Vissen
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een reducent?
A
Bacteriën
B
Regenwormen
C
Mensen
D
Koeien
Slide 17 - Quizvraag
Wat is primaire successie?
A
Een vorm van industriële groei
B
Een vorm van stedelijke ontwikkeling
C
Een vorm van landbouw
D
Het proces van natuurlijke vegetatieontwikkeling op kale grond.
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een climaxvegetatie?
A
De vegetatie die zich op een bepaalde locatie ontwikkelt tot het punt van maximale biodiversiteit en stabiliteit.
B
De vegetatie die wordt beïnvloed door menselijke activiteiten.
C
De vegetatie die alleen in de zomer groeit.
D
De vegetatie die zich ontwikkelt tot het punt van minimale biodiversiteit.
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een humuslaag?
A
Een laag van versteend hout
B
Een laag van verpulverde kalksteen
C
Een laag van vulkanische as
D
Een laag organisch materiaal op de bosbodem.
Slide 20 - Quizvraag
Welke opeenvolging past bij successie?
A
heide -> zand -> bos
B
bos -> moeras -> plas
C
strand -> duinen -> bos
D
steppe -> kale grond -> regenwoud
Slide 21 - Quizvraag
Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 22 - Quizvraag
Hoe ontstaat successie?
Sleep de onderstaande gebeurtenissen zodat er een juiste chronologische volgorde ontstaat
1
2
3
4
5
6
Op de bodem die arm is aan organische stof ontkiemen planten die bestand zijn tegen extreme abiotische factoren
Kleine consumenten 1e orde en reducenten vestigen zich in en op de bodem
De reducenten breken detritus af waardoor bodem rijker wordt aan organische stof
Door de rijkere bodem worden er meer producten aangetrokken met een tolerantie voor meer anorganische stof.
Het voedselaanbod stijgt enorm en trekt consumenten van hogere orden aan.
De biodiversiteit stijgt explosief en er ontstaat gelaagdheid in het ecosysteem
Slide 23 - Sleepvraag
Het beginstadium van successie heet
A
Climaxvegetatie
B
Climaxecosysteem
C
Pioniersvegetatie
D
Pioniersecosysteem
Slide 24 - Quizvraag
Huiswerk
Maken 8.4 opdr. 56, 58, 59, 60, 61, 63, 64, 65, 66, 67
Bestuderen tabellen BiNaS 93
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
8.4 Veranderende ecosystemen
Juni 2022
- Les met
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
V4Les10
April 2024
- Les met
27 slides
Biologie
Basisschool
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
8.1 + 8.2 dl1
Mei 2023
- Les met
38 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
8.4 Veranderende ecosystemen
Mei 2023
- Les met
45 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
15.1 + 15.2 Populaties
Juni 2022
- Les met
40 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Hoofdstuk 8 - Ecosysteem en evenwicht
Juni 2024
- Les met
19 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling Ecologie
Juni 2022
- Les met
19 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
8.4 Successie en 8.5 duurzaamheid
Mei 2024
- Les met
30 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4