GYM 4 - dinsdag 10-12

WELKOM!
Boek Nieuw Nederlands & schrift op tafel

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!
Boek Nieuw Nederlands & schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:

  • Planning
  • Signaalwoorden + tekstverbanden: uitleg & oefening
  • Aan de slag met Leesvaardigheid 
(opdracht 3 nakijken & maken opdracht 4)


Slide 2 - Tekstslide

Planning
Dinsdag 26-11: instaptoets Spelling
Week 51: PW leesvaardigheid H2
Week 3: SO formuleren (hele module) en herhaling spelling (hele module)
Week 3/4: pitches boek 7 (uitleg volgt)

In de les: werken aan leesvaardigheid & formuleren.
Spelling: bepaal op basis van instaptoets ZELF wat je wel/niet gaat oefenen voor spelling.


Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk voor vandaag:
Spelling
- Afmaken instaptoets + nakijken + noteren welke opdrachten je gaat oefenen uit NN + oefenen!

Leesvaardigheid 2
Opdracht 2 (vanaf blz. 28)

Formuleren
Rest van de opdrachten maken:
Par. 2 Formuleren (blz. 136 -138) --> Van opdr. 4 t/m 8 ::: subs 5 t/m 8

Slide 4 - Tekstslide

Oefening van Gogh
Lees de tekst
Markeer alle signaalwoorden
die een verband aangeven. 
Noteer bij elk signaalwoord het juiste verband.

Concludeer: welke verbanden kom je het meeste tegen? Is dat logisch? Waarom wel/niet?

Klaar? Opdr. 4 in je boek (+ nakijken).

Slide 5 - Tekstslide

Kernzin
= de zin die de hoofdgedachte van een alinea weergeeft.

  • Meestal de eerste zin van een alinea;

  • Soms de tweede zin (eerste zin kondigt onderwerp dan aan of is een structurerende zin die verband aangeeft met vorige alinea's);

  • Soms de laatste zin.

Slide 6 - Tekstslide

Reality-tv is populair, omdat het zich goed leent voor verborgen reclame in het programma, zogenoemde 'product placement'. Zo worden de decors van realityprogramma's ingericht met meubels en keukenattributen van bepaalde merken. Ook dragen de personages niet toevallig bepaalde kleding en sieraden. En dat ze in bepaalde auto's rondrijden, berust al evenmin op een spontane samenloop van omstandigheden.

Slide 7 - Tekstslide

Reality-tv is populair, omdat het zich goed leent voor verborgen reclame in het programma, zogenoemde 'product placement'. Zo worden de decors van realityprogramma's ingericht met meubels en keukenattributen van bepaalde merken. Ook dragen de personages niet toevallig bepaalde kleding en sieraden. En dat ze in bepaalde auto's rondrijden, berust al evenmin op een spontane samenloop van omstandigheden.

= voorbeelden

Slide 8 - Tekstslide

Er is volgens deskundigen nog een reden voor de onstuitbare opmars van reality-tv. Een realityprogramma is goedkoop te maken. Voor Oh Oh Cherso werd een stel Hagenezen uit een discotheek geplukt en op het vliegtuig naar Kreta gezet. Dure scriptschrijvers waren niet nodig, de castleden bedachten hun quotes helemaal zelf. Het maken van drama, comedy en documentaires is vele malen duurder.

= structurerende zin --> geeft verband aan met alinea 1. Toelichtend. 
In alinea 1 & 2 worden voorbeelden genoemd over waarom Reality-tv populair is.

= toelichting, details --> waarom is het goedkoop?

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Leesvaardigheid 2
      - Opdracht 2 (vanaf blz. 28) nakijken
      - Maken opdracht 3 (3.10 hoeft niet)

Klaar?
  • Leesvaardigheid 2
- Maken opdr. 4
  • Formuleren
- Nakijken Par. 2 Formuleren (blz. 136 -137)  --> opdr. 4 t/m 8
  • Spelling
Afmaken instaptoets + nakijken + noteren welke opdrachten je gaat oefenen uit NN + oefenen!
       

Slide 10 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
Inleiding:                   stelling/standpunt -->                      Fietsen moet verboden worden.

Middenstuk:             al 1-2-3 argumenten vóór -->        Er gebeuren veel ongelukken, …,
                                       al 4 argument tegen -->                   Fietsen is gezond
                                       al 5 weerlegging argument -->     Kan op andere manieren

Slot:                             herhaling stelling -->                          Dus: fietsen moet verboden worden.





Slide 11 - Tekstslide

Andere structuren
  • Aspectenstructuur
  • Probleem/oplossingsstructuur
  • Verklaringsstructuur 
  • Verleden/heden(/toekomst)structuur 
  • Voor- en nadelenstructuur 
  • Vraag/antwoordstructuur 

Slide 12 - Tekstslide

Oefening
Stel: 
je gaat een tekst schrijven over het mooiste vak van de school: Nederlands

  • Noteer de hoofdgedachte van je tekst.
  • Noteer het tekstdoel van je tekst.
  • Noteer de tekststructuur van je tekst.
  • Noteer een beknopt schrijfplan van je tekst.


Klaar? Maken: opdr. 2 Leesvaardigheid (vanaf blz. 28)  + nakijken formuleren

timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Bespreken oefening
Je gaat een tekst schrijven over het mooiste vak van de school: Nederlands

  • Noteer de hoofdgedachte van je tekst.
  • Noteer het tekstdoel van je tekst.
  • Noteer de tekststructuur van je tekst.
  • Noteer een beknopt schrijfplan van je tekst.




Slide 14 - Tekstslide

Tot straks!
Les 2:
  • Formuleren
    klassikaal
  • Oefening krantenartikel
  • Verder werken!

Slide 15 - Tekstslide

Vandaag:
Les 1:
  • Tekststructuren: Leesvaardigheid paragraaf 2 
  • Oefening tekststructuur
  • Aan de slag!  

Les 2:
  • Aan de slag!
  • De grote-'ik herken formuleringsfouten'-QUIZ!

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Spelling
    - Afmaken instaptoets + nakijken + noteren welke opdrachten je gaat oefenen uit NN + oefenen!

  • Leesvaardigheid 2
      - Maken opdracht 2 (vanaf blz. 28) & nakijken

  • Formuleren
      - Rest van de opdrachten maken & nakijken:
         Par. 2 Formuleren (blz. 136 -138)  --> Van opdr. 4 t/m 8 ::: subs 5 t/m 8
       
timer
30:00

Slide 17 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer...
Tautologie: De catalogus heb ik reeds weken al in huis.
Pleonasme: Wat een vieze stank!
Contaminatie: Ik print dat wel uit. (Uitdraaien/printen)

Slide 18 - Tekstslide

De grote
'ik herken formuleringsfouten' QUIZ!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk & Taalvout
Spelling 
- Afmaken instaptoets + nakijken + 
noteren welke opdrachten je gaat oefenen uit NN + oefenen!

Leesvaardigheid 2 
      - Maken opdracht 2 (vanaf blz. 28) & nakijken
Formuleren 
      - Rest van de opdrachten maken:
         Par. 2 Formuleren (blz. 136 -138) --> Van opdr. 4 t/m 8 ::: subs 5 t/m 8

Volgende week:
Verder werken aan:
Leesvaardigheid tekst 3 
Formuleren: par. 3 Incongruentie
Spelling: eigen planning!

Slide 33 - Tekstslide