Nieuwe prijs berekenen

Terugblik vorige les
Wat hebben we geleerd?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terugblik vorige les
Wat hebben we geleerd?

Slide 1 - Tekstslide

Neushoorns
Er zijn zwarte neushoorns, Javaanse neushoorns, witte neushoorns.

In totaal zijn er 12500 neushoorns.

61% is een witte neushoorn. Hoeveel zijn dat er?
19,4 % is een zwarte neushoorn. 
Hoeveel zijn dat er?

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les:
Je kan aan het einde van de les de nieuwe prijs berekenen.

Bijvoorbeeld: 
Je koopt een spijkerbroek en krijgt 35% korting. Wat moet je nu betalen?

Slide 3 - Tekstslide

Nieuwe prijs berekenen
Astrid koopt een spijkerbroek van 49,95
Ze krijgt 15% korting. Wat moet ze nu betalen voor de broek?

Stap 1: bereken eerst de korting (gebruik een tabel)
Stap 2: trek de korting van de prijs af.

Probeer het eerst zelf...

Slide 4 - Tekstslide

Uitwerking

Slide 5 - Tekstslide

Soms worden prijzen verhoogd:
De kaartjes in een zwembad worden 20% duurder. 
Een kaartje kostte eerst 4,50. Bereken de nieuwe prijs.

Stap 1: bereken de prijsverhoging (gebruik een tabel)
Stap 2: Tel de prijsverhoging bij de prijs op.

Probeer eerst zelf....

Slide 6 - Tekstslide

Uitwerking

Slide 7 - Tekstslide

Andere manier

Slide 8 - Tekstslide

Andere manier

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag (het huiswerk)
Basis: 26 t/m 31
Kader: 27 t/m 37 ( niet 36)

Klaar :
Nakijken
Basis: Ipad opdrachten 7.2 en herhaling 1 t/m 8
Kader: ipad opdrachten 7.3 en herhaling 1 t/m 6

Slide 10 - Tekstslide

Is het doel bereikt?
Kan je nu de nieuwe prijs bereken als je weet met hoeveel % de prijs omhoog of omlaag gaat?

Slide 11 - Tekstslide

Welke breuk hoort bij de percentages?
75%
A
1/4
B
7/10
C
3/4
D
75/10

Slide 12 - Quizvraag

40%
A
1/5
B
4/100
C
1/4
D
2/5

Slide 13 - Quizvraag

Wat is groter? 42% of 0,40
A
42%
B
even groot
C
0,40

Slide 14 - Quizvraag

Een fiets kost 600 euro. Je krijgt 30% korting. Welke breuk hoort bij 30%
A
3/100
B
1/3
C
3/10
D
30/10

Slide 15 - Quizvraag

Bereken de korting. 30% van 600 euro... (3/10 deel)
A
60
B
180
C
200
D
18

Slide 16 - Quizvraag