H3.2 Temperatuur

3.2 Temperatuur
  • Binnen = beginnen
  • Ga rustige op je plek zitten.
  • Lees je Nova boek blz. 59 t/m 60.
  • Zoek de betekenis van de blauw woorden en noteer ze in je schrift.
  • Stil, 10 min.
  • Telefoon uit en in je tas bewaren.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Temperatuur
  • Binnen = beginnen
  • Ga rustige op je plek zitten.
  • Lees je Nova boek blz. 59 t/m 60.
  • Zoek de betekenis van de blauw woorden en noteer ze in je schrift.
  • Stil, 10 min.
  • Telefoon uit en in je tas bewaren.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling H3.1
  • Uitleg paragraaf H3.2
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting/Vragen H3.2

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling H3.1 IJs, Water & Waterdam

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe je de temperatuur van de lucht om je heen kunt meten.
  2. Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen en uitleggen hoe deze werkt
  3. Je kunt uitleggen wat de Celsiusschaal en het meetbereik van een thermometer zijn.
  4. Je kunt een thermometer voorzien van een schaalverdeling in graden Celsius.
  5. Je weet dat het smeltpunt van ijs (het vriespunt van water) 0 °C is en het kookpunt van water 100 °C.

Slide 4 - Tekstslide

Introductie
Het weerbericht waarschuwt voor gladheid als er temperaturen ‘onder nul’ worden verwacht. Natte weggedeelten kunnen dan opvriezen, zodat er een spekglad laagje ijs op het wegdek ontstaat. Als de temperatuur van de buitenlucht stijgt tot ‘boven nul’, gaat het dooien en verdwijnt de gladheid weer. Met een weerthermometer kun je nagaan of de voorspellingen in het weerbericht uitkomen of niet.

Slide 5 - Tekstslide

De temperatuur meten

Je gevoel voor warm en koud is niet erg betrouwbaar. Lauw water voelt warm aan als je koude vingers hebt. Als het ’s winters waait, lijkt het kouder dan het in werkelijkheid is: hoe harder het waait, des te kouder het aanvoelt, ook al verandert de temperatuur niet.

Met een thermometer kun je de temperatuur van de lucht om je heen meten. Je vindt dan een getalswaarde voor de temperatuur die onafhankelijk is van je gevoel. Jij kunt het ‘flink koud’ hebben, terwijl een ander het ‘lekker fris’ vindt. Maar met een goed werkende thermometer vind je allebei dezelfde waarde voor de temperatuur.

Slide 6 - Tekstslide

Weerkundigen hangen hun thermometers daarom 1,5 m boven de grond, in een wit geschilderd kastje. In de wanden van zo’n weerhut zitten openingen waar de wind vrij doorheen kan waaien (figuur 1). De thermometers in de weerhut nemen de temperatuur aan van de voorbij stromende lucht. Zo kan de luchttemperatuur betrouwbaar gemeten worden.
Figuur 1: Een weerkundige leest de temperatuur af.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe werkt een thermometer ?

Slide 8 - Tekstslide

De vloeistofthermometer

Een bekend soort thermometer is de vloeistofthermometer. Zo’n thermometer bestaat uit een reservoir en een stijgbuis waarlangs een schaalverdeling is aangebracht (figuur 2). Het reservoir en een deel van de stijgbuis zijn gevuld met een vloeistof. In moderne thermometers wordt alcohol gebruikt, waaraan voor betere zichtbaarheid een kleurstof is toegevoegd.

Slide 9 - Tekstslide

Een bekend soort thermometer is de vloeistofthermometer. Zo’n thermometer bestaat uit een reservoir en een stijgbuis waarlangs een schaalverdeling is aangebracht (figuur 2). Het reservoir en een deel van de stijgbuis zijn gevuld met een vloeistof. In moderne thermometers wordt alcohol gebruikt, waaraan voor betere zichtbaarheid een kleurstof is toegevoegd.
Figuur 2: Een vloeistofthermometer.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Koortsthermometers

Vroeger werden speciale vloeistofthermometers gebruikt om je lichaamstemperatuur te meten. Zo’n koortsthermometer heeft een meetbereik van 35 °C tot 43 °C. De stijgbuis is nauwer en het reservoir is groter dan bij gewone vloeistofthermometers. Daardoor is er zoveel ruimte tussen de graadstreepjes dat je de temperatuur gemakkelijk tot op een tiende graad nauwkeurig kunt aflezen.

Slide 13 - Tekstslide

Tegenwoordig worden digitale koortsthermometers gebruikt. Zo’n thermometer geeft de temperatuur aan met cijfers op een klein scherm. Daarop zie je in één oogopslag hoe hoog je lichaamstemperatuur is (figuur 4). Een digitale thermometer bevat geen vloeistof die uitzet en inkrimpt als de temperatuur stijgt of daalt, maar werkt elektronisch.
Figuur 4:  Een digitale oorthermometer.

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Wat: lees paragraaf 3.2 op blz. 59 t/m 60 en maak opgaven 12t/m 17 blz. 61 & 62
  • Hoe: helemaal stil!
  • Hulp: Geen
  • Tijd: 20minuten lang
  • Huiswerk: opdrachten 18 t/m 22 van H 3.2 blz. 62 t/m 64
  • Klaar?: Lees H3.3 Veranderen van fase op blz.65
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Uit welke drie onderdelen bestaat een vloeistofthermometer?
uit een :

Slide 16 - Open vraag

Beschrijf in je eigen woorden op welke manier je een thermometer kunt voorzien van een schaalverdeling in graden Celsius.


Slide 17 - Open vraag

Leerdoelen
  1. Je weet hoe je de temperatuur van de lucht om je heen kunt meten.
  2. Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen en uitleggen hoe deze werkt
  3. Je kunt uitleggen wat de Celsiusschaal en het meetbereik van een thermometer zijn.
  4. Je kunt een thermometer voorzien van een schaalverdeling in graden Celsius.
  5. Je weet dat het smeltpunt van ijs (het vriespunt van water) 0 °C is en het kookpunt van water 100 °C.

Slide 18 - Tekstslide