T3B2 - Genenparen

Allelen
Genen hebben verschillende varianten (allel/allelen), bijv. het allel voor zwart haar of het allel voor blond haar.

Deze allelen kunnen in verschillende combinaties voorkomen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Allelen
Genen hebben verschillende varianten (allel/allelen), bijv. het allel voor zwart haar of het allel voor blond haar.

Deze allelen kunnen in verschillende combinaties voorkomen

Slide 1 - Tekstslide

Goedemiddag!
This is the place to   Bio

Slide 2 - Tekstslide

H3: 
Genetica
BS 2: 
Genenparen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komen en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief gebruiken. 
  2. Je kunt beschrijven hoe door recombinatie  nieuwe combinaties van allelen ontstaan.

Slide 4 - Tekstslide

Locus
Chromosomen komen voor in paren. De plaats van een gen op het chromosoom, noem je een locus (meervoud loci).

Een gen is het stukje DNA dat codeert voor een of meer eigenschappen

Slide 5 - Tekstslide

Dominant en recessief
Een dominant allel zie je altijd terug in het fenotype (ook als er maar één dominant allel is).



Dominante allel: HOOFDLETTER
Recessieve allel: kleine letter

Slide 6 - Tekstslide

Zygotie
BB: homozygoot dominant
bb: homozygoot recessief
Bb: heterozygoot

Homo = hetzelfde
Hetero = verschillend

Slide 7 - Tekstslide

Drager
Een heterozygoot is een drager van het recessieve allel.

Dat kan bijv. voor een gen zijn dat codeert voor de haarkleur, maar ook voor een gen dat leidt tot een ziekte.

Slide 8 - Tekstslide

Intermediair fenotype
Intermediair fenotytpe:
beide allelen komen tot uiting in het fenotype

Slide 9 - Tekstslide

Onvolledig dominant
  • Oogkleur
  • Het recessieve allel komt een beetje tot uiting in het fenotype
  • Allel voor bruine ogen is onvolledig dominant

Slide 10 - Tekstslide

 Codominantie
Bij codominantie komen de eigenschappen van beide dominante allelen volledig tot uiting.

Beide allelen worden aangegeven met een hoofdletter en een variantsaanduiding:
Rood: Ar  en Geel: Ag

Slide 11 - Tekstslide

Onvolledig dominant
Intermediair 
(& Codominantie)

Slide 12 - Tekstslide

Genetica
In de genetica 
(= erfelijkheidsleer) worden genen aangegeven met letters.

Hiermee kun je bijv. voorspellingen doen over de erfelijke eigenschappen van nieuwe generaties.

Slide 13 - Tekstslide

Recombinatie
Recombinatie is het herverdelen van erfelijke eigenschappen enleidt tot genetische variatie onder nakomelingen.

Genetische variatie is belangrijk voor het overleven van een soort.

Slide 14 - Tekstslide

Mutaties
Een mutatie is een plotselinge verandering van het genotype. Dit kan natuurlijk gebeuren door een foutje bij het kopiëren van het DNA.

Een mutagene stof en straling kunnen ook een mutatie opwekken (op een "onnatuurlijke wijze).

Een organisme waarbij de mutatie tot uiting
komt in het genotype noemen we een mutant

Slide 15 - Tekstslide

Mutaties in het nageslacht
Een mutatie in een lichaamscel heeft geen gevolgen voor het nageslacht.

Als de mutatie zich voordoet in een geslachtscel, kan deze worden overgedragen aan de nieuwe generatie.

Slide 16 - Tekstslide

Tweelingenonderzoek
Laten zien in hoeverre eigenschappen:
  • erfelijk zijn of 
  • door het milieu bepaald worden blijkt vaak uit tweelingonderzoeken.

Eeneiïge tweelingen:
  • hetzelfde DNA 
  • niet altijd hetzelfde milieu.
  • Welke eigenschappen verschillen?

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag

Maken:
Basisstof 2: opdracht 16 t/m 22 

Slide 18 - Tekstslide