4) Een elektrische frituurpan van 2200 W doet er 7,5 minuten over om de frituurolie te verhitten tot 180 °C, de temperatuur waarbij je met frituren kunt beginnen.
Bereken hoeveel warmte de frituurpan in die tijd heeft geleverd (in kJ).
P = 2200 W
t = 7,5 min = 450 s
Q = ? kJ
Q = E = P x t
Q = 2200 x 450 = 990 000 J
Q = 990 kJ
Slide 2 - Tekstslide
H6.1: GT p. 84
9b) Bereken met de gegevens in figuur 13 hoeveel warmte nodig is om het water in het
opslagvat te verhitten (in kJ).
Spanning: 230 V
vermogen: 1600 W
Inhoud: 3 liter
opwarmtijd: 10 min
stand-bygebruik: 10 W
Q = ? kJ
Q = P x t
P = 1600 W
t = 10 min = 600 s
Q = 1600 x 600 = 960 000 J
Q = 960 kJ
Slide 3 - Tekstslide
H6.1: GT p. 84
9d) Bereken hoeveel elektrische energie het apparaat verbruikt (kJ), als hij 24 uur stand-by staat, dus zonder dat er heet water wordt getapt.
Spanning: 230 V
vermogen: 1600 W
Inhoud: 3 liter
opwarmtijd: 10 min
stand-bygebruik: 10 W
P = 10 W
t = 24 h = 24 x 3600 = 86 400 s
E = ? kJ
E = P x t
E = 10 x 86 400 = 864 000 J
E = 864 kJ
Slide 4 - Tekstslide
H6.2: GT p. 94
4a) Bereken hoeveel warmte vrijkomt als je 4 kg hout verbrandt (genoeg om een houtkachel een avond te laten branden).
verbr. warmte hout = 16 MJ/kg
m = 4 kg
Q = ? MJ
Q = m x verbr. warmte hout
Q = 4 × 16 = 64 MJ
tabel 1 De verbrandingswarmte van enkele brandstoffen.
hout 16 MJ/kg
steenkool 29 MJ/kg
benzine 33 MJ/L
spiritus 18 MJ/L
stookolie 40 MJ/L
aardgas* 32 MJ/m3
butaan* 121 MJ/m3
methaan* 36 MJ/m3
propaan* 94 MJ/m3
* bij een temperatuur van 0 °C en een druk van 100 kPa
Slide 5 - Tekstslide
H6.2: GT p. 94
4b) Bereken hoeveel warmte vrijkomt als je 5 liter benzine verbrandt (De inhoud van een jerrycan).
verbr. warmte benz. = 33 MJ/L
V = 5 L
Q = ? MJ
Q = V x verbr. warmte benzine
Q = 5 x 33 = 165 MJ
tabel 1 De verbrandingswarmte van enkele brandstoffen.
hout 16 MJ/kg
steenkool 29 MJ/kg
benzine 33 MJ/L
spiritus 18 MJ/L
stookolie 40 MJ/L
aardgas* 32 MJ/m3
butaan* 121 MJ/m3
methaan* 36 MJ/m3
propaan* 94 MJ/m3
* bij een temperatuur van 0 °C en een druk van 100 kPa
Slide 6 - Tekstslide
H6.2: GT p. 94
4c) Bereken hoeveel warmte vrijkomt als je 15 m3 aardgas verbrandt.
verb.w aardgas = 32 MJ/m3
V = 15 m3
Q = ? MJ
Q = V x verbr. warmte aardgas
Q = 15 x 32 = 480 MJ
tabel 1 De verbrandingswarmte van enkele brandstoffen.
hout 16 MJ/kg
steenkool 29 MJ/kg
benzine 33 MJ/L
spiritus 18 MJ/L
stookolie 40 MJ/L
aardgas* 32 MJ/m3
butaan* 121 MJ/m3
methaan* 36 MJ/m3
propaan* 94 MJ/m3
* bij een temperatuur van 0 °C en een druk van 100 kPa
Slide 7 - Tekstslide
H6.2: GT p. 95
5) Dennis maakt een tocht met een heteluchtballon. De ballon is gevuld met hete lucht van ongeveer 100 °C. Om de lucht op die temperatuur te brengen, worden branders gebruikt die werken op propaangas (figuur 8).
Tijdens Dennis’ vlucht wordt in totaal 26 000 L propaangas verbrand.
Bereken hoeveel MJ energie bij deze verbranding is vrijgekomen.
verbr.w propaangas = 94 MJ/m3
V = 26000 L
V = 26000 dm3 = 26 m3
Q = ? MJ
Q = V x verbr.w propaangas
Q = 26 × 94 = 2444 MJ
Slide 8 - Tekstslide
H6.2: GT p. 95
6) Brian en Nadia hebben voor hun kinderen van zes en acht jaar een zwembad gekocht dat ze in de tuin kunnen opzetten. Er gaat 7840 L water in het bad. Om deze hoeveelheid water te verwarmen van 15 °C (de temperatuur van kraanwater) tot 21 °C, is 198 MJ warmte nodig.
Bereken hoeveel m3 aardgas er nodig is om die warmte te leveren.
Q = 198 MJ
Verbr.w aardgas = 32 MJ/m3
V aardgas = ? m3
V aardgas = 198 : 32
V aardgas = 6,2 m3
Q (MJ)
32
1
198
V (m3)
1
0,03125
6,1675
Slide 9 - Tekstslide
H6.4: GT p. 121
8c) Het huis van Willy en Hendrik is gebouwd in 1922 en heeft steensmuren.
Willy en Hendrik brengen in totaal 5,5 m2 radiatorfolie aan.
Reken uit met hoeveel euro hun jaarlijkse energierekening omlaag gaat. 1 m3 aardgas kost inclusief energiebelasting € 0,75 (prijspeil 2020).
1 m2 folie levert een besparing op van 15 m3 per jaar (fig. 7) (bij een steensmuur).