Week 45 4 TL

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Programm

Rückschau

Planung für heute

Aufgaben

Rückschau

Planung für heute

Vorbereitung Prüfung

           - Wiederholung Grammatik

           - Grammahilfe!!??

Üben -> Zum Schluss

Prüfungstoff

Zwakke ww tegenwoordige tijd en volt. deelwoord

Haben und Sein verleden tijd

Meewerkend voorwerp is 3e naamval

Voorzetsels met 3e of 4e naamval

Woordjes

Zinnetjes

Zwakke ww tegenwoordige tijd en volt. deelwoord

ich wohne

du wohnst

er/sie/es wohnt

 wir wohnen

ihr wohnt

Sie/sie wohnen

Ich habe ge-wohn-t

Ich bin gewesen

Ich habe gelaufen

Ich habe trainiert

Haben und Sein vt

ich war

du warst

er/sie/es war

wir waren

ihr wart

Sie/sie waren

ich hatte

du hattest

er/sie/es hatte

wir hatten

ihr hattet

Sie/sie hatten

Meewerkend voorwerp is 3e

Staat er geen voorzetsel in de zin dan moet je soms zinsontleden.

Het meewerkend voorwerp is dan altijd de 3e naamval.

Ik geef hem een een cadeau - ich gebe ____ ein Geschenk

Ik koop de moeder een cadeau - ich kaufe __________ ein Geschenk

Keuzevoorzetsels

Beweging is 4e naamval

Stilstand is 3e naamval

an, auf, hinter, neben, zwischen, durch, über, unter

Auto met 4 wielen rijdt, auto met 3 wielen staat stil

Keuzevoorzetsels

Ich stelle den Kugelschreiber auf .... Tisch (m)

a den

b dem

c der

Is het een beweging?

Ja: 4e

Nee: 3e

Keuzevoorzetsels

Der Kugelschreiber liegt auf ... Tisch (m)

a den

b dem

c der

Is het een beweging?

Ja: 4e

Nee: 3e

Keuzevoorzetsel

Das Bild hängt gegen .... Wand(v)

a der

b die

c den

Keuzevoorzetsel

Ich hänge die Bilder gegen... Wand(v)

a die

b der

c dem

Keuzevoorzetsel

Ich warte auf ... Bus(m)

a den

b dem

c der

Actie of bevinden?

Tips!!

Gebruik het overzicht tijdens je toets

Schrijf altijd iets op (ik geef ook kwart punten)

Anders dan in het boek, maar ook goed = goed

Loop je vast, sla de vraag even over