Basisstof 5: Bevruchting en embryonale ontwikkeling

Basisstof 5: Bevruchting en embryonale ontwikkeling
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 5: Bevruchting en embryonale ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je al zeggen over

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kunnen?
Je kunt beschrijven hoe een-eiige en twee-eiige tweelingen ontstaan
Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van de vrouw plaatsvinden net voor en na de eisprong
Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting
Bevruchting en innesteling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Embryonale ontwikkeling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het embryo en de moeder
De placenta
  • Een speciaal deel van de baarmoeder wand.  hier worden stoffen tussen de moeder en de baby uitgewisseld
De navelstreng
  • Hierdoor lopen  bloedvaten . De navelstrengslagader brengt  afvalstoffen van het embryo naar de placenta.
    De navelstrengaders brengen voedingsstoffen van de placenta naar het embryo
Het vruchtwater
  • werkt als stootkussen en tegen uitdroging

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://www.instagram.com/tv/CV-_HJGgR1l/?utm_source=ig_web_copy_link

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eerste weken Embryo
Vanaf de achtste week foetus (je zegt feutus)

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet dat laagje om de baby heen?
Tweelingen
Eeneiige tweeling
Tweeeiige tweeling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken opdrachten Thema 2 basisstof 5:
24, 25, 27, 28, 30, 31, 32, 33

Klaar? Bij mij laten controleren
Gecontroleerd? --> nakijken met nakijkboekje
Nagekeken? --> Schrijf de begrippen met betekenis op in je schrift.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies