Aanpassingen 2

Welke dieren hebben de meest gestroomlijnde lichaamsvorm?
A
Landdieren
B
Waterdieren
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welke dieren hebben de meest gestroomlijnde lichaamsvorm?
A
Landdieren
B
Waterdieren

Slide 1 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
A
De snavel van vogels zijn aangepast aan voedsel
B
A en C zijn juist
C
De poten van vogels zijn aanpast aan hun omgeving

Slide 2 - Quizvraag

Deze poten zijn van een....
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel

Slide 3 - Quizvraag

Welke aanpassing hoort niet bij die dolfijnen?
A
Kieuwen
B
Vinnen
C
Sterke botten
D
Gestroomlijnd

Slide 4 - Quizvraag

Welke aanpassing hoort niet bij de ijsbeer
A
Kieuwen
B
Klauwen
C
Dikke vacht
D
Goede neus

Slide 5 - Quizvraag

Van de onderstaande dieren heeft de .......... het lichtste skelet?
A
hond
B
Kat
C
Haai
D
Gier

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de onderstaande dieren heeft kieuwen?
A
Dolfijn
B
Walvis
C
Bultrug walvis
D
Karper

Slide 7 - Quizvraag

Welk van de onderstaande dieren is het best voorbereid op de kauw?
A
Ezel
B
Konijn
C
IJsbeer
D
Pinguïn

Slide 8 - Quizvraag

Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?
A
doordat hij wit is
B
doordat hij hele grote oren heeft
C
door hard te rennen

Slide 9 - Quizvraag

Hoe komt het dat dieren in het water zo ontzettend groot kunnen zijn?
A
ze hebben veel te eten
B
het water draagt hen
C
ze hebben hele grote botten

Slide 10 - Quizvraag

Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?
A
omdat het dan lekker warm is
B
Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
C
Iedere plant bloeit in het voorjaar

Slide 11 - Quizvraag

Welke aanpassing hebben bloemen niet als functie om de kans op bestuiving te vergroten
A
Grote bloemen
B
Gekleurde bloembladeren
C
Geur
D
Groene kroonbladeren

Slide 12 - Quizvraag

Doelen
Jullie kennen de volgende aanpassingen van dieren:
-Kieuwen
-vinnen
-huid
-poten 
-skelet

Jullie kunnen deze begrippen gebruiken om zelf een dier te ontwerpen.

Slide 13 - Tekstslide

Ontwerp een dier
Jullie gaan zelf een dier ontwerpen. 
Bedenk zelf: 
- Een ecosysteem
- Een dier dat leeft in jouw ecosysteem

Jouw beschrijving van omgeving en dier moeten zo nauwkeurig zijn dat iemand het zonder jouw hulp na zou kunnen bouwen.

Slide 14 - Tekstslide