Waterdieren
- Vissen hebben kieuwen en vinnen
- huid is anders> schubben en slijm
- lichaam is gestroomlijnn ( kop, romp en staart gaan geleidelijk in elkaar over)
Landdieren
- Dieren die op het land leven hebben meestal geen gestroomlijnde lichaamsvorm, zoals een olifant of struisvogel/ emoe.
- grote dieren zijn zwaar en hebben daardoor een stevige poten en een zwaar skelet (om hun eigen gewicht zoals een nijlpaard, olifant, neushoorn etc.