Herhaling VWO 2

Windsystemen + Hoge en lage luchtdruk.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Windsystemen + Hoge en lage luchtdruk.

Slide 1 - Tekstslide

De wet van Buys Ballot
A
Heeft 2 wetten
B
Heeft 1 wet
C
Geldt alleen op het Noordelijk halfrond
D
Is niet van toepassing op Nederland

Slide 2 - Quizvraag

De twee wetten van Buys Ballot zijn:

Slide 3 - Open vraag

Op afbeelding B zien we?

Slide 4 - Open vraag

Op afbeelding C zien we?

Slide 5 - Open vraag

Leg uit waar en hoe stijgingsregen ontstaat.

Slide 6 - Open vraag

Een plek met dalende koude lucht wordt ook wel een .... genoemd
A
Hoog luchtdrukgebied
B
Laag luchtdrukgebied
C
Poolcirkel
D
Breedteligging

Slide 7 - Quizvraag

Een gebied met 1020 hPa is een?
A
Laag luchtdrukgebied
B
Hoog luchtdrukgebied
C
Regenachtig gebied
D
Droog gebied

Slide 8 - Quizvraag

Ontdekkingsreizen

Slide 9 - Tekstslide

Amerigo Vespucci ontdekte welk land?
A
Indië
B
Amerika
C
Europa
D
Zuid-Afrika

Slide 10 - Quizvraag

Waardoor waren producten uit Indië "peperduur"?

Slide 11 - Open vraag

De zijde route is een:
A
Zee route die nog steeds gebruikt wordt
B
Een oude landroute
C
Een landroute die nog steeds gebruikt wordt
D
Een oude zeeroute

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is de val van Constantinopel belangrijk?

Slide 13 - Woordweb

Wat zijn oorzaken van de ontdekkingsreizen?

Slide 14 - Woordweb

De Reformatie

Slide 15 - Tekstslide

Belangrijke hervormers waren:
A
De Paus, Priesters en de Bisschop
B
Luther, Calvijn, Erasmus
C
Erasmus, Calvijn, Luther
D
Erasmus, Calvijn, Priesters

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een Katholieke kerk en een protestantse kerk?

Slide 17 - Woordweb

Wat is contra-reformatie?

Slide 18 - Open vraag

Renaissance 

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de Renaissance?

Slide 20 - Woordweb

Welke manier van leven hadden ze in de Renaissance?
A
Carpe Diem
B
Momento Mori
C
Het leven is een voorbereiding op de dood
D
Het leven is een geschenk van god

Slide 21 - Quizvraag

Hoe verspreide de ideeën van de renaissance zo snel?
A
Hagenpreken
B
Leonardi Da Vinci
C
De Paus
D
Boekdrukkunst

Slide 22 - Quizvraag

Wat is humanist?
A
Iemand met een wereldbeeld waarin de mens centraal staat.
B
Iemand met een wereldbeeld waarin god centraal staat.
C
Iemand met een wereldbeeld waarin de kerk centraal staat.
D
Iemand met een wereldbeeld waarin dieren centraal staan.

Slide 23 - Quizvraag

Energiebalans

Slide 24 - Tekstslide

Noem de 5 temperatuurfactoren

Slide 25 - Open vraag

De zon staat loodrecht op de
A
Evenaar
B
23,5 graad Noorder Breedte
C
23,5 graad Zuider breedte
D
de 30 graden Zuid en Noorder breedte

Slide 26 - Quizvraag

Zonder broeikast effect was het:
A
gemiddeld 15 graden Celsius
B
gemiddeld -15 graden Celsius
C
gemiddeld 18 graden Celsius
D
gemiddeld -18 graden Celsius

Slide 27 - Quizvraag

Voorbeelden van broeikasgassen zijn:

Slide 28 - Woordweb

Een voorbeeld van natuurlijke toename van CO2 is:
A
Rotten van planten en dieren
B
Smelten ijskappen
C
Uitstoot uit auto's
D
Aardbevingen

Slide 29 - Quizvraag

De Nederlandse opstand

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de Nederlandse opstand?

Slide 31 - Woordweb

Karel V was de:
A
Broer van Filips II
B
Vader van Filips II
C
Broer van Willem van Oranje
D
Vader van Willem van Oranje

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het Plakkaat van Verlatinghe?

Slide 33 - Open vraag

Wat is een gewest?
A
Een soort provincie
B
Een soort werelddeel
C
Een soort land
D
Een soort stad

Slide 34 - Quizvraag

Wie is Willem van Oranje?

Slide 35 - Open vraag

Welke stad wordt hier ingenomen?

Slide 36 - Open vraag

Tijdvakken en kenmerkende aspecten

Slide 37 - Tekstslide

Welk jaartal hoort bij: Tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers
A
1300-1500
B
1200-1250
C
1500-1600
D
1600-1700

Slide 38 - Quizvraag

Dit logo hoort bij:
A
tijdvak 3: tijd van monniken en ridders
B
tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen
C
tijdvak 1: van jagers en boeren
D
tijdvak 4: tijd van steden en staten

Slide 39 - Quizvraag

Noem een kenmerkend aspect van tijdvak 1.

Slide 40 - Open vraag