Wat is bij jou een groene, oranje of paarse kaart waard?
Overleg in een groepje (2 tot 4 mensen) wat jij zou doen in de volgende situaties:
Een leerling scheldt in de klas en kan hier in niet gecorrigeerd worden.
Een leerling kan zich niet concentreren door de drukte van de klas.
Een leerling gooit zijn tafel omver vanuit overprikkeling.
Een leerling wil graag naar lokaal 14 om daar met andere leerlingen te chillen.
Slide 5 - Tekstslide
Auti-communicatie - Gevoelig
Veel van onze leerlingen zijn overgevoelig. Daarom zijn er aanpassingen in de omgeving en personen nodig:
Duidelijkheid en consequent handelen
Geef een tijdspad (wanneer is iets af?)
Geef de opdracht stap voor stap
(Pak je pen, je wiskunde boeken, je rekenmachi..)
3. Verhef je stem niet, maar spreek duidelijk
Wie is wie
Geef me de 5
Auti-communicatie
EDI
Heb je alles?
Slide 6 - Tekstslide
Betekenis verlenen
Veel van onze leerlingen vinden gedrag of communicatie moeilijk in te schatten. Dit is helpend van jou:
Gebruik geen sarcasme (of leg uit dat het sarcasme is)
Verhef je stem niet
Ondertitel alles (of zoveel mogelijk)!
Geef puzzeltijd
Slide 7 - Tekstslide
Prioriteiten stellen
De leerling kan hele andere prioriteiten hebben dan de docent of zijn klasgenoten.
1. Ondertitelen en duidelijke communicatie
2. Parkeren van het probleem
3. Relativeren en oplossing bieden
4. Zwart-wit keuze bij onophoudelijk doorzeuren
Slide 8 - Tekstslide
Casus 1
Een leerling is veel aan het kletsen met haar buurvrouw. Er wordt 3x gewaarschuwd, maar ze blijft nog steeds kletsen en raakt zelfs geïrriteerd.
Wat zou jij als haar docent zijnde doen?
Slide 9 - Tekstslide
Casus 2
Je bent les aan het geven aan de brugklas over een praktisch onderdeel van jouw vak. Daarbij moeten ze dingen opzoeken in het boek of op internet. Je loopt een rondje door de klas en stelt aan iedereen vragen. Een leerling, die normaal gezien goed meedoet in de les, antwoordt niet meer op jouw vragen. Hij gromt en mompelt een beetje, maar er is geen communicatie mogelijk.