C Leesdoelen en -manieren les 1



Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* huiswerk: HB lezen blz. 58-59 - vragen hierover
* woorden OB par. B + C



Lesdoel

Aan het einde
van de les:
- weet je wat laaggeletterdheid, leesdoelen en leesmanieren zijn.
- kan je laaggeletterdheid herkennen en een leesmanier toepassen op een tekst.


timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* huiswerk: HB lezen blz. 58-59 - vragen hierover
* woorden OB par. B + C



Lesdoel

Aan het einde
van de les:
- weet je wat laaggeletterdheid, leesdoelen en leesmanieren zijn.
- kan je laaggeletterdheid herkennen en een leesmanier toepassen op een tekst.


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Woorden par. B
aangeven
afleiden
het aspect
de context
de etymologie
de herkomst
de strategie
het synoniem
toelichten
het voorwerp
Je hebt al deze woorden in je schrift geschreven en de betekenis erbij gezet.


Je krijgt van mij een woord toegewezen. Met dit woord maak je een zin waaruit blijkt dat je de betekenis weet.
timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk deze les
Lezen blz. 58 - 59 HB

Hierover worden nu een paar vragen gesteld.

Slide 3 - Tekstslide

Vragen blz. 58 - 59
Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Het doel van verkennend lezen, ook wel globaal lezen genoemd is...
1. dat je geen detail mist.
2. dat je belangrijke informatie van een tekst wilt onthouden.
3. dat je ongeveer weet waarover een tekst gaat.

Slide 4 - Tekstslide

Vragen blz. 58 - 59
Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Als je echt wilt begrijpen wat je leest, lees je de tekst ...
1. zoekend.
2. verkennend.
3. intensief.

Slide 5 - Tekstslide

Woorden par. C
het detail
de drempel
de dyslexie
de functie
globaal
de laaggeletterdheid
de oorzaak
het proces
solliciteren
het taboe
Je schrijft al deze woorden in je schrift met ruimte eronder of ernaast om de betekenis erbij te schrijven.

Als je de betekenis al kent, dan schrijf je deze er meteen bij.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Vrijdag 29-09 (was eigenlijk voor vandaag):
OB H1 par. C m. opdr. 10 + 11

Dinsdag 3-10:
OB par. D. betekenis van alle moeilijke woorden (grijze woorden in het OB) opzoeken + opschrijven

Slide 14 - Tekstslide