C Leesdoelen en -manieren les 3



Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* woorden OB par. C
* oefeningen par. C



Lesdoel

Aan het einde
van de les:
- weet je wat laaggeletterdheid, leesdoelen en leesmanieren zijn.
- kan je laaggeletterdheid herkennen en een leesmanier toepassen op een tekst.


timer
10:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* woorden OB par. C
* oefeningen par. C



Lesdoel

Aan het einde
van de les:
- weet je wat laaggeletterdheid, leesdoelen en leesmanieren zijn.
- kan je laaggeletterdheid herkennen en een leesmanier toepassen op een tekst.


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Woorden par. C
het detail
de drempel
de dyslexie
de functie
globaal
de laaggeletterdheid
de oorzaak
het proces
solliciteren
het taboe
Je hebt al deze woorden in je schrift  geschreven met eronder of ernaast de betekenis erbij.

Jullie krijgen een woord toegewezen, waarmee je een goede zin maakt, waaruit blijkt dat je de betekenis van het woord kent.
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opdracht 10 en 11

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 12 en 13
12. Allebei de teksten in deze paragraaf gaan over laaggeletterdheid.
a. Wat is het verschil tussen deze 2 teksten?
b. Waarom plaatst Stichting Lezen en Schrijven Robs verhaal op hun website?

13. Lijkt de bron van deze tekst je betrouwbaar? Licht je antwoord toe.
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 3-10:
OB par. D. betekenis van alle moeilijke woorden (grijze woorden in het OB) opzoeken + opschrijven

Vrijdag 6-10:
OB par. E betekenis van alle moeilijke woorden opzoeken + opschrijven

Donderdag 19-10:
Toets H1 OB: blz. 8 t/m 22 + HB blz. 10-11 + 56 t/m 59


Slide 5 - Tekstslide

Typ jouw zin met de aan jou toegewezen woord in. Gebruik hoofdletters en leestekens.
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Wat is de betekenis van 'drempel'?
A
het beginpunt van iets
B
iets wat je tegenhoudt of hindert
C
het eindpunt van iets
D
iets wat je extra motiveert

Slide 7 - Quizvraag

Globaal betekent: zeer nauwkeurig
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een synoniem voor detail is aspect.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat past het beste in het rijtje?
lezen en schrijven - moeizaam - ...
A
proces
B
laaggeletterdheid
C
taboe
D
solliciteren

Slide 10 - Quizvraag

Welke vragen heb je nog?

Slide 11 - Open vraag

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll