Leider: zorgt ervoor dat iedereen aan het woord komt, controleert of iedereen de opdracht begrepen heeft en beslist na overleg over de aanpak.
Woordvoerder: vertelt namens de groep op klassikale momenten wat het groepje gemaakt of bedacht heeft.
Schrijver: noteert de belangrijke zaken, houdt een dossier bij en stuurt documenten naar de docent.
Bij meer dan drie personen per groep:
Tijdbewaker: bewaakt de tijd, zodat deze goed verdeeld wordt.