HV1 - Grammatica zinsdelen

HV1 - Grammatica
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

HV1 - Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

HV1 - Grammatica zinsdelen
§1 Persoonsvorm en zinsdelen (NN, p. 204-205)
§3 Onderwerp (NN, p. 208-209)
§5 Werkwoordelijk gezegde (NN, p. 212-213)
§7 Lijdend voorwerp (NN, p. 216-217)
§9 Meewerkend voorwerp (NN, p. 220-221)
§11 Bijwoordelijke bepaling (NN, p. 224-225)

Slide 2 - Tekstslide

Teije heeft een grote, roze suikerspin gekregen op de kermis.
'een grote, roze suikerspin' is...
A
persoonsvorm
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 3 - Quizvraag

Geef aan wat op jou van toepassing is. Wees eerlijk.
A
Ik ben alles over ontleden vergeten.
B
Ik weet alleen nog hoe ik de persoonsvorm moet vinden.
C
Ik kan pv en werkwoordelijk gezegde vinden.
D
Ik kan pv, wg en onderwerp vinden.

Slide 4 - Quizvraag

Ontleed de volgende zin. Noteer pv, ow en wg onder elkaar.
Gisteren heeft Jurre een Ninjago-trui uitgezocht.

Slide 5 - Open vraag

Geef aan wat op jou van toepassing is. Wees eerlijk.
A
Ik kan het lijdend voorwerp vinden.
B
Ik kan het lv en het meewerkend voorwerp vinden.
C
Ik kan het lv, het mv en de bijwoordelijke bepaling vinden.
D
Ik zou niet weten hoe ik het lv, mv en de bwb moet vinden.

Slide 6 - Quizvraag

Ontleed de volgende zin. Noteer pv, ow, wg, lv, mv en bwb onder elkaar.
Sinterklaas geeft ieder jaar veel cadeautjes aan alle lieve kinderen.

Slide 7 - Open vraag

§1 Persoonsvorm en zinsdelen
Nieuw Nederlands, p. 204-205

Slide 8 - Tekstslide

Welke manier gebruik jij om de persoonsvorm te vinden?
A
De vraagproef
B
De tijdproef
C
De getalsproef
D
Geen idee, ik gok gewoon wat.

Slide 9 - Quizvraag

De persoonsvorm vinden
Voorbeeldzin
Geert Wilders trakteert de PVV-fractie op taart. 
1) vraagproef
Trakteert Geert Wilders de PVV-fractie op taart?
2) tijdproef
Geert Wilders trakteerde de PVV-fractie op taart.
3) getalsproef
Geert Wilders en zijn vrouw trakteerden de PVV-fractie op taart.

Slide 10 - Tekstslide

Probleem!
De vraagproef werkt niet altijd.

Voorbeeld
Geert Wilders trakteert de PVV-fractie op taart en hij vraagt of er genoeg vorkjes zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Noteer de persoonsvorm.
Tot hun spijt verloren de jongens de laatste wedstrijd van de competitie.

Slide 12 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm.
Stella wil met haar zus een citroentaart bakken voor hun oma.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm.
In het weekend worden vaak leuke uitjes gepland.

Slide 14 - Open vraag

Geef aan wat op jou van toepassing is. Wees eerlijk.
A
Ik weet hoe ik zinsdelen kan vinden en dat gaat meestal goed.
B
Ik weet hoe ik zinsdelen kan vinden, maar het gaat toch vaak fout.
C
Ik weet niet meer hoe ik zinsdelen moet vinden.
D
Ik heb geen idee wat u bedoelt met 'zinsdeel'.

Slide 15 - Quizvraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen.
Door de sneeuw op de daken hebben meerdere pieten hun been gebroken.

Slide 16 - Open vraag

Zinsdelen vinden
Optie 1) Probeer welke woorden je samen voor de persoonsvorm kunt zetten.

Optie 2) Kijk welke woorden altijd in dezelfde volgorde bij elkaar blijven staan als je de woordvolgorde in de zin verandert.

Optie 3) Stel vragen.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
Afgelopen week heb ik vooral in mijn warme bed gelegen.

1) pv vinden
2) andere werkwoorden vinden
3) zinsdelen bepalen

Slide 18 - Tekstslide

Vormt het aangegeven woord één zinsdeel?
Je 'ziet' onze burgemeester dikwijls in de stad.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Vormt het aangegeven woord één zinsdeel?
Sinds vandaag verkopen ze 'brownie-ijs' bij de Italiaanse ijssalon.
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Vormen de aangegeven woorden één zinsdeel?
'De loofbomen' in het stadspark worden jaarlijks flink gesnoeid.
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Vormen de aangegeven woorden één zinsdeel?
In de hal van het restaurant hangen
'tientallen tegeltjes met spreuken'.
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Vormen de aangegeven woorden één zinsdeel?
Indra plaatste 'op Instagram' foto's van haar kleurrijke sneakers.
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Vormen de aangegeven woorden één zinsdeel?
Zal de inbreker worden betrapt
door 'een oplettende buurtbewoner'?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak opdracht 4 (NN, p. 205).
1) pv onderstrepen in je boek
2) streepjes zetten tussen de zinsdelen in je boek

Werk met potlood!
Klaar binnen 8 minuten? Maak opdracht 1 (p. 208).

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 4 (p. 205)
  1. Vanwege het slechte weer / moesten / we / de jaarlijkse buurtbarbecue / afgelasten.
  2. Na het zwemmen van vijftig baantjes / klom / Vayèn / uit het water.
  3. Alle vrienden / kochten / een klein cadeautje / voor de verjaardag van Esmee.
  4. Een overtreding / moet / je / niet / verwarren / met een misdrijf. 

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 4 (p. 205)
  1. Is / de werkloosheid / vorige maand / licht / gedaald? 
  2. Sam / heeft / met dierposters / haar kamer / versierd.
  3. De helft van de Nederlandse bevolking / sport / te weinig.
  4. Wanneer / ga / je / je zus / helpen / met de verhuizing?

Slide 27 - Tekstslide

Evaluatie
Geef aan wat op jou van toepassing is. Wees eerlijk.
A
Ik kan de pv vinden, maar de zin in zinsdelen verdelen vind ik nog lastig.
B
Ik kan de pv vinden én de zin in zinsdelen verdelen.
C
Ik kan de zin in zinsdelen verdelen, maar de pv vinden vind ik nog lastig.
D
Ik vind het lastig om de pv te vinden en de zin in zinsdelen te verdelen.

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk
Donderdag 29 september
2e uur: Lees de theorie op p. 208 over het onderwerp en maak opdracht 1 (p. 208).

Vrijdag 30 september
1e uur: Lees de theorie op p. 212 over het werkwoordelijk gezegde en maak opdracht 2 (p. 212).

Slide 29 - Tekstslide