Betoog, de basis

Betoog schrijven en een debat houden.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Betoog schrijven en een debat houden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De opbouw van een betoog


pak je
boekje
erbij!

Slide 3 - Tekstslide

d

Slide 4 - Tekstslide

een betoog

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Mobieltjes tijdens het eten leiden af; het is niet gezellig, je moet ze wegleggen bij het eten!
A
je moet ze wegleggen IS HET ARGUMENT
B
mobieltjes leiden af; is niet gezellig IS HET ARGUMENT

Slide 8 - Quizvraag

Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden, leerlingen kunnen er niks nuttigs mee doen.
A
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden,=argument
B
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden,= standpunt

Slide 9 - Quizvraag

Ik hou van New York,
het is groot en er zijn veel wolkenkrabbers.
(feitenlijk argument)

Slide 10 - Tekstslide

Ik hou van New York, deze stad is zo chill, relaxed en romantisch! (waarderend argument)

Slide 11 - Tekstslide

Ik ga niet mee naar Parijs, want Parijs is groot en dichtbevolkt.
A
want Parijs is groot en dichtbevolkt= feitelijk argument
B
want Parijs is groot en dichtbevolkt=waarderend

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Ik ga graag mee naar Parijs, want in Parijs heb je de mooiste musea!
A
want in Parijs heb je de mooiste musea!=waarderend argument
B
want in Parijs heb je de mooiste musea!=feitelijk argument

Slide 14 - Quizvraag