In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Totalitaire systemen onstaan 1918-1939
9.3 Communisme en Fascisme
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie kenmerken van het fascisme en communisme benoemen en herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Totalitaire ideologie
Wat is een totalitaire ideologie?
Totalitair = volledig of totaal
Ideologie = manier van denken over hoe de maatschappij moet zijn.
Totalitaire ideologie:
Manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de ideeën van de partij die de macht heeft.
Slide 3 - Tekstslide
Totalitaire ideologie
Kenmerken van een Totalitaire ideologie
Een leider staat aan het hoofd van de macht
Extreem nationalistisch
De staat beheerst het leven en denken van het volk, alles wat wordt gepubliceerd of wordt gemaakt is goedgekeurd door de staat
Bestaat er nu nog een totalitaire ideologie?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Jozef Stalin
Leider, van de Sovjet-Unie (1924-1953)
Onder Stalin werd het communistische Sovjet-Unie een totalitaire samenleving. (een samenleving waarin de machthebbers extreem veel hebben te zeggen over het volk)
Slide 6 - Tekstslide
Kenmerken van communisme (1)
De Sovjet-Unie werd geregeerd door één partij, de communistische partij.
Communisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten
Sprake van persoonsverheerlijking (van Stalin).
Slide 7 - Tekstslide
Kenmerken van communisme (2)
De economie werd geregeld door een Planeconomie.
Een van de plannen voor de economie was de Collectivisatie.
klassenloze samenleving
de Sovjet-Unie was een totalitaire staat
Slide 8 - Tekstslide
Planeconomie
Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.
Slide 9 - Tekstslide
Collectivisatie
Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf.
De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar.
De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen.
Slide 10 - Tekstslide
Benito Mussolini
Leider, of 'Il Duce', van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)
Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.
Slide 11 - Tekstslide
Fascisme in Europa
'Oplossing voor de crisis'
Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw
Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen
Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)
Slide 12 - Tekstslide
Fascisme
Fascisme is een politieke stroming,
en wordt ook wel extreem-rechts genoemd
De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.
Slide 13 - Tekstslide
Kenmerken van fascisme (1)
Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen
Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten
Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is.
Slide 14 - Tekstslide
Kenmerken van fascisme (2)
Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles
Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden.
verheerlijking van geweld
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Opdracht
Schrijf 10 kenmerken op van het Communisme en het Fascisme