9.3 De totalitaire systemen

9.3 Totalitaire systemen

 Fascisme, nationaalsocialisme, communisme
 



1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

9.3 Totalitaire systemen

 Fascisme, nationaalsocialisme, communisme
 



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KA
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme/fascisme/nationaalsocialisme 

Verkort: totalitaire ideologieën: communisme/fascisme/nationaalsocialisme 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benito Mussolini
Italiaanse minister-president 1922 - 1943
(fascistisch)
Jozef Stalin
Dictator van de Sovjet-Unie
1924 - 1953†
(communistisch)
Adolf Hitler
dictator Duitsland 1933-1945
(Nationaalsocialistisch)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totalitaire ideologie

Totalitaire ideologie:
Manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de ideeën van de partij / de persoon die de macht heeft. 
De staat beheerst het leven en denken van het volk, alles wat wordt gepubliceerd of wordt gemaakt is goedgekeurd door de staat


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van Totalitaire Ideologieën
  1. - Een  partij
  2.  - Een leider met bijna goddelijke status 
  3. - Gebruik van propaganda om de bevolking te indoctrineren
  4.  - Gebruik van terreur en repressie om politieke tegenstand te onderdrukken

Slide 5 - Tekstslide

Geef de belangrijkste kenmerken van totalitaire ideologieën en leg ze uit.
Communisme

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communisme in Rusland/Sovjet-Unie.
Lenin, leider van de bolsjewieken, de Russische aanhangers
van het communisme, wilde in 1917: 
  • kapitalisme afschaffen 
  • privébezit van productiemiddelen afschaffen 
  • een dictatuur vestigen 
 Na de staatsgreep van de communisten, de Oktoberrevolutie, 
brak een burgeroorlog uit die, na veel bloedvergieten,
 door de communisten in 1922 werd gewonnen:
 ze vestigen de Sovjet-Unie, een éénpartijstaat

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van communisme (1)
  • De Sovjet-Unie werd geregeerd door één partij, de communistische partij.

  • Communisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

  • Sprake van persoonsverheerlijking (van Stalin).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jozef Stalin:

Hij bouwde vanaf 1929 met brute terreur een industriële samenleving op.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van communisme (2)
  • Economisch doel was een industriestaat
  • Planeconomie met accent op zware industrie.
  • Collectivisatie van de landbouw in dienst van de industrie.

  • de Sovjet-Unie was een totalitaire staat die gebruik maakte van showprocessen, terreur, dwangarbeid, propaganda etc.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Collectivisatie

  • Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz

  • De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar. 
  • De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen. 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo waren er vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.
Dát het werd geproduceerd was meestal belangrijker dan hoe het was geproduceerd: de kwaliteit en de keuze was beperkt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • ...en ze waren zeer effectief! De angst onder de bevolking was groot. 
  • Zelfs zó groot dat mensen niet meer op een familiefoto met deze 'verraders' wilden worden vertoond.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Censuur Stalin

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mussolini


Fascisme 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benito Mussolini
Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Fascisme



De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken
Fascisme
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén sterke leider principe (Benito Mussolini (il duce)
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair (ze wilden de bevolking helemaal controleren, iedereen moest zich inzetten voor de ideologie).


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nationaal-socialisme 



In april valt het Rode Leger van Stalin de Duitse hoofdstad Berlijn aan. 
Het is de genadeklap voor Hitler: hij pleegt zelfmoord.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pakkende toespraken,
krachtige propaganda...

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Kenmerken nationaalsocialisme
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Antidemocratisch/ 1 partij
  • 1 leider /persoonsverheerlijking
  • De staat is belangrijker dan het individu
  • Racistisch/rassenleer
  • Idee van Lebensraum

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nazificatie & gelijkschakeling?
Nazificatie 
Nazificatie = (gelijkschakeling) Duitsland laten worden zoals de nazi's dat willen (wetten).

Vraag:
Hoe zie je dit terug in de spotprent die hiernaast staat?

Slide 29 - Tekstslide

Nazificatie: Het organiseren van de samenleving volgens de ideologie van het nationaal-socialisme 

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies