Opgave 1Laat met behulp van de formule uit deze paragraaf zien dat de eenheid van de versnelling daadwerkelijk m/s² is (Hint: gebruik eenheidbepaling).
Opgave 2
Je trekt op je fiets op van stilstand naar 6,0 m/s in 9,0 s.
Bereken de versnelling.
Opgave 3
Je bent aan het joyriden met 140 km/h over de snelweg en opeens zie je de politie en trap je vol op je rem. Je staat binnen 5,0 seconden stil.
a. Bereken de vertraging.
b. Bereken de afstand die je hierbij aflegt.