2025-03-25 - Week 13, les 2

2024-10-01
Nederlands
bij
Welkom
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

2024-10-01
Nederlands
bij
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

2024-10-01
Wat gaan we doen?
  • Terugblik eerdere theorie (5 minuten)

  • Uitleg en quizvragen synoniemen (10 minuten)

  • Korte pauze / uitdelen opdracht (5 minuten)

  • Aan de slag! (20 minuten)

  • Presentaties (uitleg volgt) (10 minuten)

  • Aan de slag! (10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

2024-10-01
Een verslag schrijven

Slide 3 - Tekstslide

2024-10-01
Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

2024-10-01
Terugblik
5H1W-vragen

Slide 5 - Tekstslide

2024-10-01
Terugblik
5H1W-vragen
In een verslag beantwoord je de volgende vragen:

  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarom?

  • Hoe?

Slide 6 - Tekstslide

2024-10-01
Terugblik
5H1W-vragen
Inleiding

Slide 7 - Tekstslide

2024-10-01
Terugblik
5H1W-vragen
Inleiding
In de inleiding schrijf je:

  • waar het verslag over gaat;
  • een goede binnenkomer om de lezer nieuwsgierig te maken.

Let op! De daadwerkelijke gebeurtenissen komen later in je verslag.

Slide 8 - Tekstslide

2024-10-01
Terugblik
5H1W-vragen
Inleiding
Titel

Slide 9 - Tekstslide

2024-10-01
Terugblik
5H1W-vragen
Inleiding
Titel
Met de titel probeer je de aandacht te trekken.

Twee mogelijkheden:

  • Noem het onderwerp.

  • Geef belangrijke info.


Slide 10 - Tekstslide

2024-10-01
Terugblik
5H1W-vragen
Inleiding
Titel
In een verslag beantwoord je de volgende vragen:

  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarom?

  • Hoe?
In de inleiding schrijf je:

  • waar het verslag over gaat;
  • een goede binnenkomer om de lezer nieuwsgierig te maken.

Let op! de daadwerkelijke gebeurtenissen komen later in je verslag.
Met de titel probeer je de aandacht te trekken.

Twee mogelijkheden:

  • Noem het onderwerp.

  • Geef belangrijke info.


Slide 11 - Tekstslide

2024-10-01
Lesdoelen
Na deze les weet je:

  • wat synoniemen zijn;

  • waarom het belangrijk is om je woordkeus af te wisselen;

  • hoe je synoniemen gebruikt in in een verslag.

Slide 12 - Tekstslide

2024-10-01
Woorden afwisselen
(5 minuten)

Slide 13 - Tekstslide

2024-10-01
Woorden afwisselen
In een tekst wissel je je woordkeus af!



Slide 14 - Tekstslide

2024-10-01
Woorden afwisselen
In een tekst wissel je je woordkeus af!

Waarom? Lees dit voorbeeld:


Slide 15 - Tekstslide

2024-10-01
Woorden afwisselen
In een tekst wissel je je woordkeus af!

Waarom? Lees dit voorbeeld:

Ik kan moeilijk van snoep afblijven. Het is moeilijk omdat snoep zo lekker is. Bovendien is het vaak moeilijk om gezonde dingen te vinden. Snoep kopen is juist helemaal niet moeilijk: dat is echt overal te koop.

Slide 16 - Tekstslide

2024-10-01
Woorden afwisselen
In een tekst wissel je je woordkeus af!

Waarom? Lees dit voorbeeld:

Ik kan moeilijk van snoep afblijven. Het is moeilijk omdat snoep zo lekker is. Bovendien is het vaak moeilijk om gezonde dingen te vinden. Snoep kopen is juist helemaal niet moeilijk: dat is echt overal te koop.

Slide 17 - Tekstslide

2024-10-01
Woorden afwisselen
In een tekst wissel je je woordkeus af!

Waarom? Lees dit voorbeeld:

Ik kan moeilijk van snoep afblijven. Het is moeilijk omdat snoep zo lekker is. Bovendien is het vaak moeilijk om gezonde dingen te vinden. Snoep kopen is juist helemaal niet moeilijk: dat is echt overal te koop.
Storend!

Slide 18 - Tekstslide

2024-10-01
Woorden afwisselen
Beter is: 


Slide 19 - Tekstslide

2024-10-01
Woorden afwisselen
Beter is: 

Ik kan moeilijk van snoep afblijven. Het is lastig omdat snoep zo lekker is. Bovendien is het vaak problematisch om gezonde dingen te vinden. Snoep kopen is juist helemaal niet ingewikkeld: dat is echt overal te koop.

Slide 20 - Tekstslide

2024-10-01
Woorden afwisselen
Beter is: 

Ik kan moeilijk van snoep afblijven. Het is lastig omdat snoep zo lekker is. Bovendien is het vaak problematisch om gezonde dingen te vinden. Snoep kopen is juist helemaal niet ingewikkeld: dat is echt overal te koop.
Hier worden dus woorden gebruikt die ongeveer hetzelfde betekenen!

Slide 21 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om je woordkeus in teksten af te wisselen?
A
Het maakt de tekst korter
B
Het voorkomt herhaling en houdt de tekst aantrekkelijk
C
Het maakt de tekst moeilijke te begrijpen
D
Het zorgt ervoor dat je meer fouten maakt

Slide 22 - Quizvraag

"Het is vaak problematisch om gezonde dingen te vinden."

Voor welk ander woord kun je het woord 'vaak' vervangen?
A
Zelden
B
Soms
C
Regelmatig
D
Nooit

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je een woord dat (bijna) hetzelfde betekent als een ander woord?

Slide 24 - Open vraag

Welk ander woord zou je kunnen gebruiken voor het woord 'auto' in onderstaande zin?

'De auto kon gelukkig op tijd remmen.'
A
de banaan
B
de weg
C
de garage
D
het voertuig

Slide 25 - Quizvraag

Een binnenkomer in de inleiding moet de lezer ......................... maken naar de rest van de tekst.
A
nieuwsgierig
B
ongerust
C
overtuigd
D
bang

Slide 26 - Quizvraag

Welke twee dingen kun je in de titel van een verslag benoemen?
A
Belangrijke informatie
B
Een gebeurtenis uit je verslag
C
Een voorbeeld uit je verslag
D
Het onderwerp van je verslag

Slide 27 - Quizvraag

5W1H-vragen
waarom?
wat?
wie?
wanneer?
waar?
want?
waaraan?
hoe?
waarmee?
hoeveel?
waardoor?

Slide 28 - Sleepvraag

2024-10-01
Terugblik lesdoelen
Na deze les weet je:

  • wat synoniemen zijn;

  • waarom het belangrijk is om je woordkeus af te wisselen;

  • hoe je synoniemen gebruikt in in een verslag.

Slide 29 - Tekstslide

2024-10-01
Korte pauze
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

2024-10-01
Aan de slag
Een verslag schrijven voor groep 7/8
Ieder jaar wordt er een blad gemaakt voor groepen 7 en 8 van de basisscholen uit jouw regio. In dat blad staat informatie over alle middelbare scholen in die regio. De school wil een paar verslagen van leerlingen opnemen in het blad. De verslagen moeten gaan over gebeurtenissen op school waar jij bij was.

Wat?
Maak opdracht 1 & 2

Hoe?
Alleen en in stilte!
timer
20:00
Let op!
Aan het eind moeten drie leerlingen zijn/haar verslag voorlezen of presenteren!

Slide 31 - Tekstslide

2024-10-01
Verslag voorlezen
of
presenteren

Slide 32 - Tekstslide

2024-10-01
Aan de slag
Wat?
Maak nu opdracht 3 (zie achterkant van blaadje)

Hoe?
Rustig!

Klaar?
Lever je blaadje in! 

Heb je opdracht 2 getypt? Deel het dan met mij: tquirijnen@sjm.nl.
timer
10:00

Slide 33 - Tekstslide

2024-10-01
Tot vrijdag!

Slide 34 - Tekstslide