Les 6 - Planten B4 en B5

Planten
Les 6
Basisstof 4 & 5
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Planten
Les 6
Basisstof 4 & 5

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Terugkijken & samenvatten vorige les
Bespreken van een aantal opgaves (huiswerk)
Nieuwe theorie B5: Bestuiving, bevruchting en verspreiding
Zelf aan de slag
Afsluiten/terugkijken/samenvatten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt beschrijven welke vormen van ongeslachtelijke voortplanting er bij planten zijn en beschrijven wat er dan gebeurd

Je kunt beschrijven wat geslachtelijke voortplanting is 

Je kunt de delen van een bloem benoemen met hun kenmerken en functies.

Slide 3 - Tekstslide

Welke twee energie- arme stoffen zijn nodig voor fotosynthese?

Slide 4 - Open vraag

Noem twee voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting.

Slide 5 - Open vraag

Welk deel van de bloem is het mannelijke voortplantingsorgaan?

Slide 6 - Open vraag

Een stamper bestaat uit verschillende onderdelen, welke van de onderstaande is geen deel van een stamper?
A
Vruchtbeginsel
B
Steel
C
Stijl
D
Stempel

Slide 7 - Quizvraag

Bloemen nodig voor geslachtelijke voortplanting
De gekleurde bladeren van een bloem, kroonbladeren, lokken insecten naar de bloem.

De groene bladeren, kelkbladeren, beschermden de bloem toen die nog in de knop zat. 

Meeldraden = mannelijk
Stamper = vrouwelijk

Alleen zaadplanten hebben bloemen

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatten van de les
Planten kunnen zich geslachtelijk en _______________________________ voortplanten. 
Bij _____________________________ voortplanting hebben de nakomelingen precies dezelfde kenmerken als de ouders.
Bij ____________________________voortplanting hebben de nakomelingen verschillende kenmerken.
Voorbeelden van ___________________________________ voortplanting zijn stekken, knollen, _____________________ en uitlopers.


Slide 9 - Tekstslide

Maakwerk KB

In het werkboek
Basisstof 3 , vanaf blz. 42
Opdracht 1 t/m 3 (blz. 44 hoeft niet)

In je map 
bladzijde 45
Opdracht  4










Maakwerk BB

In je werkboek
Basisstof 3 , vanaf blz. 42
Opdracht 1 en 2 

In je map
Opdrachten bladzijde 5/6/7/8




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

KB

Slide 13 - Tekstslide

BB

Slide 14 - Tekstslide

BB

Slide 15 - Tekstslide

De samenvattings- pagina
Elke les gebruik je een nieuw blad.

Vandaag
onderwerp: Bevruchting, bestuiving en verspreiding (7 dia's)
Datum: 18-09-2024

Maak korte notities... schrijf niet letterlijk alles over!

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt omschrijven wat bestuiving is en je kunt de kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen
  • Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden
  • Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de zaden worden verspreid.

Slide 17 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting is met
A
eicellen
B
stuifmeelkorrels
C
beide
D
beide niet

Slide 18 - Quizvraag

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
Als eicellen op de stempel terecht komen
C
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van een andere soort
D
Als eicellen op de meeldraad terecht komen

Slide 19 - Quizvraag

Voortplanting bij planten
Geslachtelijke voortplanting - er is bevruchting en er ontstaan zaden en de nakomelingen hebben dezelfde erfelijke kenmerken als de ouders.

Ongeslachtelijke voortplanting - een stukje volwassen plant groeit uit tot een nieuwe plant.

Slide 20 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
  1. Stekken
  2. Deling
  3. Uitlopers (stengels)
  4. Bollen
  5. Knollen
  6. Wortelstokken (wortels)

Slide 21 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Bij geslachtelijke voortplanting zijn altijd 2 geslachtscellen betrokken.  

In deze cellen zit erfelijk materiaal (DNA)

Slide 22 - Tekstslide

Bloemen nodig voor geslachtelijke voortplanting
De gekleurde bladeren van een bloem, kroonbladeren, lokken insecten naar de bloem.

De groene bladeren, kelkbladeren, beschermden de bloem toen die nog in de knop zat. 

Meeldraden = mannelijk
Stamper = vrouwelijk

Alleen zaadplanten hebben bloemen
Dia 1 van 7

Slide 23 - Tekstslide

Je kunt omschrijven wat bestuiving is en je kunt de kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen
Bij bestuiving komt stuifmeel terecht op de stempel van een bloem van dezelfde soort!

Bestuiving tussen bloemen van dezelfde plant noem je zelfbestuiving

Bestuiving tussen bloemen van verschillende planten noem je kruisbestuiving
Dia 2 van 7

Slide 24 - Tekstslide

Welke pijl is kruisbestuiving?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quizvraag

Insectenbestuiving (weinig stuifmeel)
Grote opvallende , gekleurde bloemen. 
Bloemen geuren en maken vaak nectar
Windbestuiving (veel stuifmeel)
Kleine onopvallende bloemen (groen)
Stuifmeel licht en glad van structuur
Dia 3 van 7

Slide 26 - Tekstslide

Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden
1. Stuifmeel wordt gemaakt in de helmhokjes van de helmknop

2. Stuifmeel komt vrij te liggen aan de buitenkant van de helmknop

3. Insect komt op de bloem en neem stuifmeel mee en brengt dit over op de stamper van een andere bloem!
Dia 4 van 7

Slide 27 - Tekstslide

Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden
4. De stuifmeelkorrel vormt een stuifmeelbuis waarin hij zijn kern naar beneden brengt.

5. De kern van de stuifmeelkorrel zoekt een eicel op in een zaadbeginsel.

6. De kern van de stuifmeelkorrel en de kern van de eicel smelten samen = bevruchting

7. Er ontstaat een kiem met daaromheen een zaad.
Dia 5 van 7

Slide 28 - Tekstslide

Stuifmeel
  • gemaakt door meeldraden
  • mannelijke geslachtscellen
Dia 3 van 7

Slide 29 - Tekstslide

Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden
Dia 6 van 7

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Vruchtbeginsel wordt vrucht
Zaadbeginsel wordt zaad

Slide 32 - Tekstslide

Verspreiding door dieren 
Het vruchtvlees wordt door dieren opgegeten en de zaden worden op een andere plek uitgepoept

--> zaden kunnen ontkiemen

Slide 33 - Tekstslide

Verspreiding door de wind

Slide 34 - Tekstslide

Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de zaden worden verspreid.
Dia 7 van 7

Slide 35 - Tekstslide

Door de plant zelf
In de video zie je planten die hun zaden kunnen wegschieten

De vruchten 'ontploffen' en de
zaden worden weggeslingerd!

Slide 36 - Tekstslide

Maakwerk KB

Werk je aantekeningen bij

Maak in het werkboek
Basisstof 4 , vanaf blz. 53
Opdracht 1 t/m 4
















Maakwerk BB

Werk je aantekeningen bij 

In het werkboek
Basisstof 4 , vanaf blz. 53
Opdracht 1 t/m 3 

In je map 
opdrachten van bladzijde 9





Slide 37 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt omschrijven wat bestuiving is en je kunt de kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen
  • Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden
  • Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de zaden worden verspreid.

Slide 38 - Tekstslide

Samenvatten van de les
Er bestaan windbloemen en ___________________________ . 
Bij bestuiving komt er _____________________ terecht op de ___________________ van een bloem van dezelfde plantensoort.
Als er bestuiving heeft plaatsgevonden dan maakt de stuifmeelkorrel een _______________ waarin hij de kern naar de kern van de _____________ brengt.
Er vindt bevruchting plaats. Na bevruchting ontstaan er zaden uit de __________________________________ en een vrucht uit het ______________________
Zaden kunnen door o.a. __________________________________ verspreid worden.

Slide 39 - Tekstslide