In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij een monopolie?
A
Prijszetter
B
Hoeveelheidsaanpasser
C
Hoeveelheidszetter
D
Prijs gegeven
Slide 2 - Quizvraag
Noem een nadeel van een monopolie.
Slide 3 - Open vraag
Bij welke marktvorm is in de grafiek de MO altijd gelijk aan de P(rijs) en aan de GO?
A
Monopolistische concurrentie
B
Volkomen concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie
Slide 4 - Quizvraag
Bij de monopolie is de MO ….. de prijs
A
Gelijk aan
B
Kleiner dan
C
Groter dan
Slide 5 - Quizvraag
Een monopolist streeft ook naar maximale winst (bij MO = MK). Stel dat de MO altijd groter is dan de MK, hoeveel producten kan hij dan het beste produceren?
A
Zo min mogelijk
B
Zoveel dat MO gelijk is aan MK
C
Zoveel mogelijk
Slide 6 - Quizvraag
Een monopolist kan prijsdiscriminatie toepassen (andere marktvormen ook). Wat is géén voorwaarde voor prijsdiscriminatie?....
A
Er moeten marktsegmenten te onderscheiden zijn
B
Er moeten verschillende groepen te onderscheiden zijn
C
Er moet geen onderlinge doorverkoop mogelijk zijn
D
Er moet arbitrage zijn
Slide 7 - Quizvraag
Wat is (ongeveer) de prijs die een monopolist moet vragen om zijn winst te maximaliseren?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 5. Hoe bereken je ook alweer de MO in zo’n tabel?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 7: Hoe zie je aan de grafiek dat het om een monopolie gaat?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht 10 b: bij welke prijs is de winst maximaal?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.