Omgaan met geld: Begroting en uitgaven

Omgaan met geld: Begroting en uitgaven
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Omgaan met geld: Begroting en uitgaven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Conclusies trekken uit een begroting 
- Drie soorten inkomens 
- Indelen van gezinsuitgaven 
- Omrekenen van maand naar week en omgekeerd 
- Berekenen van een reservering

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over begrotingen en uitgaven?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een begroting?
Een begroting is een overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusies trekken
Met behulp van een begroting kun je conclusies trekken over je financiële situatie en of je genoeg geld hebt voor je uitgaven.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van conclusies trekken met behulp van een begroting?
A
Winnen van een wedstrijd
B
Inzicht krijgen in je financiële situatie
C
Verzorgen van een huisdier
D
Planten van een boom

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor kan een begroting je helpen?
A
Plannen van een vakantie
B
Leren van een nieuwe taal
C
Bepalen of je genoeg geld hebt voor je uitgaven
D
Schilderen van een schilderij

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen met behulp van een begroting?
A
Conclusies trekken over je financiële situatie
B
Berekenen van je leeftijd
C
Schoonmaken van je huis
D
Koken van een maaltijd

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten inkomens
Er zijn drie soorten inkomens: loon, uitkering en zakgeld.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indelen van gezinsuitgaven
Gezinsuitgaven kunnen worden ingedeeld in drie groepen: vaste lasten, huishoudelijke uitgaven en persoonlijke uitgaven.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van maand naar week
Om bedragen om te rekenen van maand naar week, deel je het bedrag door vier.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen van week naar maand
Om bedragen om te rekenen van week naar maand, vermenigvuldig je het bedrag met vier.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reservering berekenen
Een reservering is geld dat je opzij zet voor een specifiek doel. Om een reservering te berekenen, tel je het bedrag dat je per maand kunt missen op over een bepaalde periode.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.