Je leert hoe dierencellen zijn opgebouwd en hoe de celonderdelen werken
prokaryoot, eukaryoot, vacuole, chloroplasten, chromoplasten, amyloplasten, plastiden, celkern, kernlichaampje, kernporie, chromosoom, celwand, celmembraan, cytoplasma, grondplasma, celskelet, centriolen, mitochondrie, (ruw) endoplasmatisch reticulum, golgi-systeem, ribosoom, flagellen, celmembraa, lipiden, receptoreiwitten, transporteiwitten