Grammatica en spelling H1 - herhaling

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
* Huiswerk bespreken
* Herhalen theorie
* H1 Grammatica en spelling (oefenboek)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je met het stappenplan de zinsdelen benoemen in de zin.

Aan het einde van de les weet je hoe je de persoonsvorm, het onderwerp, het gezegde en het lijdend voorwerp kunt vinden.

Aan het einde van de les kun je spellen volgens de regels.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk (t/m opdr. 10)

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
 
1. Vraagproef =  
Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden. 
 
2. Tijdproef =  
Zet de zin in een andere tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp
Hoort bij de persoonsvorm. 
 
1. Zoek de persoonsvorm. 
2. Stel de vraag: wie of wat + de persoonsvorm?

Slide 6 - Tekstslide

Gezegde
Zoek alle werkwoorden in de zin.

Slide 7 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Wat + gezegde + onderwerp?

Het antwoord hierop is het lijdend voorwerp

Slide 8 - Tekstslide

Spelling (1)
Hoofdletters= Aan het begin van de zin, namen

Leestekens= 
* punt, vraagteken, uitroepteken -> einde van de zin
* komma -> opsomming en verbindingswoorden
* dubbele punt -> aankondiging en opsomming

Slide 9 - Tekstslide

Spelling (2)
Verlengproef = woord langer maken om er achter te komen of je een -d of een -t schrijft.

Een verlengproef doe je alleen bij werkwoorden die geen persoonsvorm zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Spelling (3)
Bijvoeglijk naamwoord = zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Soms moet je:
* De laatste letter verdubbelen
* Een a, e, o of u weghalen
* f wordt een v, s wordt een z

Slide 11 - Tekstslide

Doen!
H1 Grammatica en spelling in het oefenboek.

(alleen zinsdelen benoemen en spelling, geen woordsoorten)

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiten van de les
Aan het einde van de les kun je met het stappenplan de zinsdelen benoemen in de zin.

Aan het einde van de les weet je hoe je de persoonsvorm, het onderwerp, het gezegde en het lijdend voorwerp kunt vinden.

Aan het einde van de les kun je spellen volgens de regels.

Slide 13 - Tekstslide

Toetsen
Vrijdag 11 oktober 2019: GP Grammatica en Spelling H1 (2x)

Vrijdag 18 oktober 2019: SO Grammatica woordsoorten (1x)


Slide 14 - Tekstslide