Oefenen les 20 H2 - koppelww en nmw gezegde

Welkom H2A&C
Oefen met koppelwerkwoorden en naamwoordelijk gezegde
Let op: de vragen op het PTO lijken op sommige van deze vragen (gratis tip: schrijf misschien even mee?!)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2A&C
Oefen met koppelwerkwoorden en naamwoordelijk gezegde
Let op: de vragen op het PTO lijken op sommige van deze vragen (gratis tip: schrijf misschien even mee?!)

Slide 1 - Tekstslide

Noem de koppelwerkwoorden

Slide 2 - Open vraag

Welk van de onderstaande woorden is geen koppelwerkwoord.
A
zijn
B
blijken
C
kijken
D
schijnen

Slide 3 - Quizvraag

Kies het goede antwoord over de volgende zin en de werkwoorden daarin
'De vogelpopulatie is in twintig jaar gehalveerd'

A
'is gehalveerd' is naamwoordelijk gezegde
B
'is' is hier een hulpwerkwoord
C
'is' is hier een koppelwerkwoord
D
'gehalveerd' is een koppelwerkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Kies het goede antwoord over de volgende zin en de werkwoorden daarin
'Hij blijft ongelooflijk grappig'
A
'blijft' is naamwoordelijk gezegde
B
'blijft' is hier een zelfstandig werkwoord
C
'blijft grappig' is naamwoordelijk gezegde
D
'blijft' is een hulpwerkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Is het werkwoord in deze zin een zelfstandig ww, een hulp ww of een koppel ww?
'De opening van de bibliotheek wordt een groot feest'

A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 6 - Quizvraag

Is het werkwoord in deze zin een zelfstandig ww, een hulp ww of een koppel ww?
'De consumptie van cola groeide in 2020 met tien procent'

A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Zit er in deze in wel of geen naamwoordelijk gezegde?
'Het vak Nederlands is niet saai'
A
wel
B
geen

Slide 8 - Quizvraag

Zit er in deze in wel of geen naamwoordelijk gezegde?
'Hij is thuis gebleven'
A
wel
B
geen

Slide 9 - Quizvraag

Zit er in deze in wel of geen naamwoordelijk gezegde?
'Het voetbalteam wordt naar de wedstrijd gebracht'
A
wel
B
geen

Slide 10 - Quizvraag

Zit er in deze in wel of geen naamwoordelijk gezegde?
'De directrice schijnt vroeger heel grappig geweest te zijn'
A
wel
B
geen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het koppelwerkwoord? En wat wordt er aan wat gekoppeld?
'Vandaag is het winterweer met natte sneeuw'

Slide 12 - Open vraag

Wat wordt hier aan wat gekoppeld?
'Dat eten lijkt me heel lekker'
A
'heel lekker' aan 'dat eten'
B
'dat' aan 'me'
C
'dat eten' aan 'lijkt'
D
Niks, hier zit geen koppelwerkwoord in

Slide 13 - Quizvraag

Wat wordt hier aan wat gekoppeld?
'Het stomme kind blijkt na opvoeding eigenlijk heel lief.'
A
'Stomme' aan 'kind'
B
'eigenlijk heel lief' aan 'het stomme kind'
C
'na opvoeding' aan 'eigenlijk heel lief'
D
Niks, hier zit geen koppelwerkwoord in

Slide 14 - Quizvraag

Wat is 'blijf' in de volgende zin:
'pap, ik blijf niet thuis hoor, ik heb het helemaal gehad hier!'
A
Hulpwerkwoord
B
Zelfstandig werkwoord
C
Koppelwerkwoord

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor gezegde zit in de volgende zin:
'De maan hangt in een boom'
A
Werkwoordelijk
B
Naamwoordelijk

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor gezegde zit in de volgende zin:
'De nacht is een zwaluw'
A
Werkwoordelijk
B
Naamwoordelijk

Slide 17 - Quizvraag

Tot zover het oefenen!
Tot vrijdag 

Slide 18 - Tekstslide