11 dec: les 20; niet zo'n goede les

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Op tafel:

- Laptop en log in op LessonUp

- Kern

- Map

- Pen

Welkom havo 2B

Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel of in je tas.

Vandaag maandag 11 december:

Mededeling

Huiswerk nakijken

Les 20: Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde

Mededeling

Dinsdag 19 december: SO

Neem mee: laptop, oplader en leesboek

SO over les 20, 21, 22, 23

Huiswerk nakijken

Zet een krul of verbeter je werk.

Leerdoelen les 20

1. R: Ik weet wat de kenmerken en functie zijn van koppelwerkwoorden en het naamwoordelijk gezegde in een zin.
   
2. T1: Ik kan koppelwerkwoorden in een zin herkennen en benoemen. 

Theorie

1. Koppelwerkwoorden koppelen het onderwerp aan een toestand of eigenschap (DUS NIET aan een plaats)

2. Koppelwerkwoorden leer je uit je hoofd: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen

Theorie

3. Naamwoordelijk gezegde bestaat uit een koppelwerkwoord en een naamwoordelijk deel (zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord)

4. Bij hulpwerkwoord in de zin, check je het 'andere' werkwoord

Even snel wat theorie 'trucjes'

1. Koppelwerkwoorden koppelen het onderwerp aan een toestand of eigenschap (DUS NIET aan een plaats)

2. Koppelwerkwoorden leer je uit je hoofd: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen

Even snel wat theorie 'trucjes'

3. Naamwoordelijk gezegde bestaat uit een koppelwerkwoord en een naamwoordelijk deel (zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord)

4. Bij hulpwerkwoord  in de zin, check je het 'andere' werkwoord

Welke koppelwerkwoorden zijn er?

Welkom H2B

Oefen met koppelwerkwoorden en naamwoordelijk gezegde

Let op: de vragen op het PTO lijken op sommige van deze vragen (gratis tip: schrijf misschien even mee?!)

Welk van de onderstaande woorden is geen koppelwerkwoord.

1. zijn
2. blijken
3. kijken
4. schijnen

Kies het goede antwoord over de volgende zin en de werkwoorden daarin
'De vogelpopulatie is in twintig jaar gehalveerd'

1. 'is gehalveerd' is naamwoordelijk gezegde
2. 'is' is hier een hulpwerkwoord
3. 'is' is hier een koppelwerkwoord
4. 'gehalveerd' is een koppelwerkwoord

Kies het goede antwoord over de volgende zin en de werkwoorden daarin
'Hij blijft ongelooflijk grappig'

1. 'blijft' is naamwoordelijk gezegde
2. 'blijft' is hier een zelfstandig werkwoord
3. 'blijft grappig' is naamwoordelijk gezegde
4. 'blijft' is een hulpwerkwoord

Is het werkwoord in deze zin een zelfstandig ww, een hulp ww of een koppel ww?
'De opening van de bibliotheek wordt een groot feest'

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord
3. koppelwerkwoord

Is het werkwoord in deze zin een zelfstandig ww, een hulp ww of een koppel ww?
'De consumptie van cola groeide in 2020 met tien procent'

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord
3. koppelwerkwoord

Zit er in deze in wel of geen naamwoordelijk gezegde?
'Het vak Nederlands is niet saai'

1. wel
2. geen

Zit er in deze in wel of geen naamwoordelijk gezegde?
'Hij is thuis gebleven'

1. wel
2. geen

Zit er in deze in wel of geen naamwoordelijk gezegde?
'Het voetbalteam wordt naar de wedstrijd gebracht'

1. wel
2. geen

Zit er in deze in wel of geen naamwoordelijk gezegde?
'De directrice schijnt vroeger heel grappig geweest te zijn'

1. wel
2. geen

Wat is het koppelwerkwoord? En wat wordt er aan wat gekoppeld?
'Vandaag is het winterweer met natte sneeuw'

Wat wordt hier aan wat gekoppeld?
'Dat eten lijkt me heel lekker'

1. 'heel lekker' aan 'dat eten'
2. 'dat' aan 'me'
3. 'dat eten' aan 'lijkt'
4. Niks, hier zit geen koppelwerkwoord in

Wat wordt hier aan wat gekoppeld?
'Het stomme kind blijkt na opvoeding eigenlijk heel lief.'

1. 'Stomme' aan 'kind'
2. 'eigenlijk heel lief' aan 'het stomme kind'
3. 'na opvoeding' aan 'eigenlijk heel lief'
4. Niks, hier zit geen koppelwerkwoord in

Noem de koppelwerkwoorden

Wat is 'blijf' in de volgende zin:
'pap, ik blijf niet thuis hoor, ik heb het helemaal gehad hier!'

1. Hulpwerkwoord
2. Zelfstandig werkwoord
3. Koppelwerkwoord

Wat voor gezegde zit in de volgende zin:
'De maan hangt in een boom'

1. Werkwoordelijk
2. Naamwoordelijk

Wat voor gezegde zit in de volgende zin:
'De nacht is een zwaluw'

1. Werkwoordelijk
2. Naamwoordelijk

Aan de slag

Maak opdracht 5 van les 20. 

Klaar? Maak alvast opdracht 6 (huiswerk). 

Begrippen uit deze les

Koppelwerkwoord

Naamwoordelijk deel van het gezegde

Tot zover het oefenen!

Tot vrijdag