4.6 Op naar duurzame landbouw sljx

Wat gaan we doen?
paragraaf 4.5 Afronden
paragraaf 4.6 Op naar een duurzame landbouw


Wat heb je nodig?
laptop, log in op LessonUp



1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
paragraaf 4.5 Afronden
paragraaf 4.6 Op naar een duurzame landbouw


Wat heb je nodig?
laptop, log in op LessonUp



Slide 1 - Tekstslide

Topografie:
Plaatsen kleiner dan 50.000 inwoners niet
(15 plaatsen) 

Sites:
topomania

Slide 2 - Tekstslide

paragraaf 4.5 Energiegebruik
- Energietransitie: video Morgenland met vragen (zelf)




Slide 3 - Tekstslide

4.5 Energiegebruik (1)
leerdoelen:
  • Je weet wat de betekenis is van energietransitie.
  • Je begrijpt waarom dat het belangrijk is.

begrippen:
  • energietransitie
  • groene stroom
  • energieneutraal


Slide 4 - Tekstslide

energietransitie: de overstap van fossiele energie naar duurzame energie

energieneutraal: Er wordt in een huis net zoveel energie verbruikt als energie geproduceerd

groene stroom: elektriciteit opgewekt m.b.v. hernieuwbare energiebronnen

Slide 5 - Tekstslide

energietransitie
energieneutraal
groene stroom
overstap van fossiele naar duurzame energie



er wordt net zoveel energie verbruikt als geproduceerd
 


elektriciteit opgewekt m.b.v. hernieuwbare energiebronnen

Slide 6 - Sleepvraag

4.5 Energiegebruik (2)
Je weet wat de betekenis is van circulaire economie en afvalvoetafdruk
Je kunt het verschil tussen draagkracht en de economische voetafdruk aflezen en benoemen.

begrippen:
afvalvoetafdruk
circulaire economie

Slide 7 - Tekstslide

Circulaire economie: 
hergebruik grondstoffen en weinig afval

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

4.6 Op naar een duurzame landbouw

Slide 10 - Tekstslide

Wat denk je dat je op deze foto ziet?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Begrippen
  • Intensieve landbouw
  • Monocultuur
  • Biologische landbouw

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet dat de Nederlandse landbouw hoge opbrengsten heeft, maar dat dat niet altijd duurzaam is.
  • Je begrijpt hoe het komt dat qua energie, vervuiling, water en transport de intensieve landbouw niet echt duurzaam is.
  • Je kunt beredeneren waarom biologische producten duurder zijn dan reguliere landbouwproducten.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat betekent intensieve landbouw? Leg uit in eigen woorden!

Slide 17 - Open vraag

intensieve landbouw: landbouw met hoge opbrengst per hectare of per dier



Slide 18 - Tekstslide

Biodiversiteit: wat is dit?
Steekwoorden.

Slide 19 - Woordweb

Stelling: 'Intensieve landbouw en biodiversiteit gaan goed samen.'
A
Eens
B
Oneens

Slide 20 - Quizvraag

Monocultuur: grootschalige landbouw met veelal één product.

Slide 21 - Tekstslide

Bedenk één voordeel en één nadeel van monocultuur.

Slide 22 - Open vraag

intensieve landbouw: landbouw met hoge opbrengst per hectare of per dier

monocultuur: het verbouwen van één gewas op grote stukken grond (geen biodiversiteit)



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Noem twee kenmerken van biologische landbouw.

Slide 25 - Open vraag

intensieve landbouw: landbouw met hoge opbrengst per hectare of per dier

monocultuur: het verbouwen van één gewas op grote stukken grond (geen biodiversiteit)

biologische landbouw: landbouw waarbij geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden gebruikt

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet dat de Nederlandse landbouw hoge opbrengsten heeft, maar dat dat niet altijd duurzaam is.
  • Je begrijpt hoe het komt dat qua energie, vervuiling, water en transport de intensieve landbouw niet echt duurzaam is.
  • Je kunt beredeneren waarom biologische producten duurder zijn dan reguliere landbouwproducten.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video