Introductie Disk Geld en Werk

Geld en werk
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Geld en werk

Slide 1 - Tekstslide

Geld en werk

Slide 2 - Woordweb

Waar gaat dit thema over?
Dit thema gaat over geld verdienen en uitgeven. Waar geef jij geld aan uit? Heb je genoeg geld of kom je vaak geld tekort? Krijg je zakgeld? Heb je een baantje naast je school of ben je op zoek naar een bijbaantje? Wat voor baantje heb je? Hoe heb je dit baantje gevonden?

Slide 3 - Tekstslide

geld verdienen
Je krijgt geld voor werk dat je doet.

Slide 4 - Tekstslide

Werk jij?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel uur per week werk je?
A
1-5 uur
B
5 tot 10 uur
C
Ik werk niet
D
Meer dan 10 uur

Slide 6 - Quizvraag

Waar werk je?

Slide 7 - Open vraag

Krijg je ook geld van je ouder(s)?
A
Ja elke week
B
Ja als ik iets nodig heb
C
soms
D
nooit, ik betaal alles zelf

Slide 8 - Quizvraag

Vind je dat je genoeg geld hebt?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Geld uitgeven
Engels: Spend money
Arabisch: إنفاق المال (Infaq al-mal)
Turks: Para harcamak
Oekraïens: Витрачати гроші (Vytrachaty hroshi)
Bulgaars: Харча пари (Kharcha pari)
Thais: ใช้เงิน (Chai Ngern)
Urdu: پیسہ خرچ کرنا (Paisa Kharch Karna)
Koerdisch (Kurmanji): Pere xerc kirin
Tigrinya: ገንዘብ መትካል (Genzeb Metkal)
Russisch: Тратить деньги (Tratit' den'gi)









Slide 10 - Tekstslide

Waar geef jij je geld aan uit?
(wat koop jij voor jouw geld?)

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Link

De woordenlijst
Kijk naar de woorden:
+ ik ken het
+/- ik weet het niet zeker
- ik ken het woord niet

Slide 13 - Tekstslide