Disk thema 16 - Werk en geld

DISK thema 16
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

DISK thema 16

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Disk thema 16 - werk en geld
Waarover gaat dit thema?
Dit thema gaat over geld verdienen en uitgeven. Waar geef jij geld aan uit? Heb je genoeg geld of kom je vaak geld tekort? Krijg je zakgeld? Heb je een baantje naast je school of ben je op zoek naar een bijbaantje? Wat voor baantje heb je? Hoe heb je dit baantje gevonden?


Slide 2 - Tekstslide

woordspin maken op het bord
Groepsopdracht
Hoe kom je aan je geld?
Krijg je zakgeld?
Heb je een bijbaantje? Zo ja, wat voor werk doe je?
Hoe ben je aan dit baantje gekomen?

Loop rond en stel elkaar deze vragen. Vul de antwoorden in op het werkblad.

Slide 3 - Tekstslide

Werkblad printen en schema op het bord zetten. Als leerlingen de vragen aan elkaar gesteld hebben, de antwoorden invullen in het schema.
Wat zou je doen met een miljoen?
taak 1 opdracht 1
A Wat zou je doen als je 1 miljoen euro zou winnen?
B Ik zou een huis kopen met een zwembad.
A Wat zou je nog meer doen?
B Ik zou een wereldreis maken.
A Zou je ook geld aan iemand geven?
B Ik zou geld aan mijn familie geven.

 

A Zou je ook geld bewaren?

B Ik zou een deel van het geld op de bank zetten.

 

A Wat zou je doen als je 2000 euro zou winnen?

B Ik zou een mooie scooter kopen.

Slide 4 - Tekstslide

Eerst 1x samen en dan in tweetallen oefenen.
Kijk naar taak 1 opdracht 1 en oefen samen.
A Zou je ook geld bewaren?
B Ik zou een deel van het geld op de bank zetten.
A Wat zou je doen als je 2000 euro zou winnen?
B Ik zou een mooie scooter kopen.

Slide 5 - Tekstslide

Eerst 1x samen en dan in tweetallen oefenen.
Wanneer gebruik je 'zou'?
Zou gebruik je, als het hebt over iets wat misschien kan gebeuren. Het kan bijvoorbeeld iets zijn waarvan je droomt.

  • Ik zou een huis kopen van 400.000 euro. Dan zou ik nog 600.000 euro overhebben.
  • Ik zou een nieuwe auto kopen van 50.000 euro. Dan zou ik nog 550.000 euro overhebben.
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praat samen over geld.
taak 1 opdracht 2
Wat zou je doen als je 1 miljoen euro zou winnen?
1. Zou je iets kopen of iets leuks doen wat geld kost?
Ja? Wat is het? Wat kost het? Waarom koop je het?
2. Zou je geld aan iemand geven?
Ja? Aan wie? Hoeveel? Waarom geef je het geld?
3. Zou je geld op de bank zetten?
Ja? Hoeveel? Waarom doe je dat?

 

Slide 7 - Tekstslide

Eerst 1x samen en dan in tweetallen oefenen.
Opdracht
Schrijf een tekst van minimaal 150 woorden over:
Wat zou je doen als je 1 miljoen euro zou winnen?
Gebruik woorden zoals: wie-wat -waar-waarom-wanneer-hoe....
Bedenk 3 dingen waaraan je het geld zou uitgeven. 
Je mag er ook foto's/ afbeeldingen bij zoeken.
lever je opdracht in in Managebac voor donderdag 15 september!

Slide 8 - Tekstslide

zinnen oefenen met vraagwoorden
Opdracht Wat zou je doen met 1 miljoen?
Kijk je tekst nog eens goed na (zie Managebac)
Maak de zinnen met: 'Ik zou....!'
Zet je tekst in Disk bij taak 1 opdracht 3.
Kijk ook naar de vragen bij opdracht 2.
Zet erbij hoeveel je denkt dat het kost.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Podcast
Bedenk met jouw groepje 3 vragen over 1 alinea.
Geef ook de antwoorden.
Zet alleen de vragen in het shared document.

Slide 10 - Tekstslide

leerlingen krijgen in groepjes 1 alinea waarvoor ze de vragen moeten bedenken met de antwoorden.
De vragen leveren ze in bij mij en ik maak hiervan een vragenblad.Het groepje dat de vraag heeft bedacht, moet aangeven of het antwoord goed is.

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

woorden oefenen 
Niveau groen:  (halfgevorderd): samen oefenen met woordenschrift Disk
Niveau roze : (beginners) samen oefenen met woordenschrift Disk

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictee in groepjes
  • In groepjes van 3 sta je achter elkaar voor het bord.
  • Ik noem een woord en je probeert het woord correct 
  • op het bord te schrijven.
  • Het team met de meeste juiste woorden heeft 
  • gewonnen!

Bij afkijken/valsspelen krijg je een punt aftrek!

Slide 13 - Tekstslide

Leerlingen krijgen 5 minuten de tijd om de woorden te bekijken in het woordenschrift.
Taak 2
  • https://scholieren.nibud.nl/geldtypetest/ 
  • Schema invullen: opdracht 1
  • Samen praten over schema van opdracht 1 (klassikaal)
  • Taak 3 en 4 zelfstandig
  • Allerlei informatie over geld: https://scholieren.nibud.nl/


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies